Grammatica Engels M2: Present continuous

Grammatica M2:

Present continuous
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica M2:

Present continuous

Slide 1 - Diapositive

Present continuous
De present continuous gaat over de tegenwoordige tijd

Je gebruikt deze tijd bij dingen die nu aan het gebeuren zijn

Je herkent deze tijd aan de volgende signaalwoorden:
right now, now, at the moment, at this moment

Slide 2 - Diapositive

Present continuous
In deze zinnen wordt bijvoorbeeld een present continuous gebruikt omdat het gaat over iets dat nu aan het gebeuren is

The teacher is talking to the students right now
My father is eating his dessert at the moment
What are you doing now?


Slide 3 - Diapositive

Present continuous
De present continuous maak je op de volgende manier:
Onderwerp + vorm van 'to be' + werkwoord + ing 
am
are
is

I am speaking, you are writing, she is working

Slide 4 - Diapositive

Spellingsregels voor -ing
Werkwoord dat eindigt op een stomme -e (bv. to come)
De -e valt weg als je er -ing achter plakt
coming
Werkwoord van één lettergreep met een korte klinker voor de medeklinker (bv. to stop)
De medeklinker wordt verdubbeld als je er -ing achter plakt
stopping
Werkwoord dat eindigt op een -L
(bv. to travel)
De -L wordt verdubbeld als je er -ing achter plakt
travelling
Werkwoord dat eindigt op -ie 
(bv. to lie)
De -ie verandert naar -y
lying

Slide 5 - Diapositive

Vragen - Ontkenningen

I am not speaking / Am I speaking?
You are not writing / Are you writing?
She is not working / Is she working?
We are not listening / Are we listening?
You are not walking / Are you walking?
They are not dancing / Are they dancing?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Oefeningen

Zet het werkwoord tussen haakjes in de present continuous. Schrijf de hele zin op.

Slide 8 - Diapositive

I (to study) ... at the moment

Slide 9 - Question ouverte

I (to study - not) ... at the moment

Slide 10 - Question ouverte

(I - to study) ... at the moment?

Slide 11 - Question ouverte

You (to listen) ... right now

Slide 12 - Question ouverte

You (to listen - not) ... right now

Slide 13 - Question ouverte

(you - to listen) ... right now?

Slide 14 - Question ouverte

She (to talk) ... to him at this moment

Slide 15 - Question ouverte

We (to have) ... a really good time

Slide 16 - Question ouverte

They (to dance) ... now

Slide 17 - Question ouverte

My brothers (to live) ... in London this year

Slide 18 - Question ouverte