woordvolgorde in samengestelde zinnen

Woordvolgorde in samengestelde zinnen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde in samengestelde zinnen

Slide 1 - Diapositive

Voegwoorden
In het Nederlands kun  je twee zinnen aan elkaar maken (voegen) tot een lange zin, met voegwoorden. Een lange zin met twee persoonsvormen heet een samengestelde zin.
Bijvoorbeeld:
                         zin 1: ik hou van voetbal.
                         zin 2: ik ben dol op paardrijden.
Aan elkaar voegen met EN: 
zin3: Ik hou van voetbal en ik ben dol op paardrijden.

Slide 2 - Diapositive

Bij welke voegwoorden blijft de zinvolgorde hetzelfde?
A
en maar want omdat of
B
en maar want of dus
C
en maar want of als
D
en maar want omdat als

Slide 3 - Quiz

De volgorde verandert NIET bij:
  1. en         Ik hou van koffie en ik hou van thee
  2. maar    Ik hou van koffie, maar ik hou niet van thee
  3. want    Ik hou van koffie, want ik word dan wakker.
  4. of          Je  houdt van koffie of je houdt van thee.
  5. dus       Ik hou alleen van koffie, dus ik hou niet van thee.

Slide 4 - Diapositive

Volgorde
Bij de meeste voegwoorden verandert de woordvolgorde: het werkwoord komt achteraan in de tweede zin:

Ik hou van voetbal, terwijl ik niet van paardrijden hou.
Ik zit op school, omdat ik iets wil leren

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Voorbeelden
Zin 1: Ik ga niet naar school                        Zin 2: ik ben ziek

Ik ga niet naar school want ik ben ziek.
Ik ga niet naar school en ik ben ziek.

Ik ga niet naar school omdat ik ziek ben.
Ik ga naar school, tenzij ik ziek ben


Slide 7 - Diapositive

Welke zin is NIET goed?
A
Ik hou van jou, want je bent lief.
B
Ik hou van mijn broer omdat hij is lief.
C
Ik lees de krant, terwijl ik muziek luister
D
Ik ga naar school, zodat ik veel kan leren.

Slide 8 - Quiz

twee filmpjes
Hierna komen twee filmpjes over de woordvolgorde  na een voegwoord. Bekijk ze goed. Van welk filmpje leer jij dit het beste?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De volgorde in de tweede zin verandert niet.
In de tweede zin verandert de woordvolgorde
en
maar
omdat
zodat
Terwijl
dus
want

Slide 11 - Question de remorquage

In Nederland leren kinderen fietsen...
A
...wanneer ze zijn vijf jaar.
B
...wanneer ze vijf jaar zijn.
C
zodra ze vijf jaar zijn
D
doordat ze vijf jaar zijn

Slide 12 - Quiz

Zelf zinnen maken
Je ziet zo twee losse zinnen. 

Maak daarmee  zelf drie samengestelde zinnen met de drie gegeven voegwoorden. 

Let op de betekenis en de woordvolgorde!

Slide 13 - Diapositive

Jan werkt in de pizzeria.
Jan heeft geen tijd voor huiswerk.
omdat dus want

Slide 14 - Question ouverte

Voorbeelden van goede zinnen
Jan werkt in de pizzeria, dus Jan heeft geen tijd voor huiswerk.
Jan werkt in de pizzeria, dus heeft Jan geen tijd voor huiswerk.
Jan heeft geen tijd voor huiswerk, want Jan werkt in de pizzeria.
Jan heeft geen tijd voor huiswerk, omdat Jan in de pizzeria werkt.
Omdat Jan in de pizzeria werkt, heeft  Jan geen tijd voor huiswerk. .

Slide 15 - Diapositive

Ik hou van voetballen.
Ik ben lid van de tennisclub.
daarom

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Voorbeelden van goede zinnen
Ik hou van voetballen en ik ben lid van de tennisclub.
Ik ben lid van de tennisclub en ik hou van voetballen. 
Ik hou van voetballen, maar ik ben lid van de tennisclub
Ik ben lid van de tennisclub, maar ik hou van voetballen.
Hoewel ik van voetballen hou, ben ik lid van de tennisclub.
Hoewel ik lid ben van de tennisclub, hou ik van voetballen

Slide 18 - Diapositive

Hoe vraag je aan jouw vriend waarom hij morgen naar school moet?

Slide 19 - Question ouverte

Je hebt een klacht en schrijft een mail. Wat is jouw eerste zin?

Slide 20 - Question ouverte

Met welke vraag nodig jij iemand uit voor een feest op zaterdag? 1 zin.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien