Oefentoets H1 Organen en cellen

H1 Organen en cellen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H1 Organen en cellen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een weefsel?
A
Een groep cellen met een andere functie
B
Een groep organen met dezelfde functie
C
Een groep cellen met dezelfde functie
D
Een groep organen met dezelfde functie

Slide 2 - Quiz

Het wortelstelsel van een plant is een voorbeeld van een orgaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Jan bekijkt een cel onder de microscoop. Hij ziet een celwand, een celkern en een vacuole. Van welk organisme kan deze cel zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Question ouverte

Noem drie organisatieniveau's.

Slide 5 - Question ouverte

Organisatieniveau
    Cel         -         weefsel         -         orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme


Slide 6 - Diapositive

Noem 5 organen in de buikholte.

Slide 7 - Question ouverte

De romp
Hoe heet het gebied boven het middenrif?

En onder?

Slide 8 - Diapositive

Welk orgaanstelsel zie je hier?

Slide 9 - Question ouverte

Orgaanstelsels
Organen die samenwerken noem je
orgaanstelsels. 

Slide 10 - Diapositive

Welk type weefsel zie je hiernaast?
A
Spierweefsel
B
Zenuwweefsel
C
Botweefsel

Slide 11 - Quiz

Noem de drie levenskenmerken die met de stofwisseling te maken hebben.

Slide 12 - Question ouverte

Levenskenmerken
Stofwisseling: Omzetten van stoffen naar andere stoffen.

Slide 13 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een levensloop en levenscyclus?

Slide 14 - Question ouverte

Levenscyclus en levensloop
Wat is het verschil van een levenscyclus en levensloop?
Individu
(één enkel organisme)
Levensloop
(van leven tot dood
van een individu)

Slide 15 - Diapositive

Uit welke twee stoffen bestaan chromosomen?

Slide 16 - Question ouverte

Door welke twee stappen van de mitose worden chromosomen onder een microscoop zichtbaar?

Slide 17 - Question ouverte

Voordat je een onderzoek doet, moet je eerst iets hebben wat je wilt onderzoeken. Iemand wilt onderzoeken wat voor effect THC op het hongergevoel heeft. Wat voor onderzoeksvraag en verwachting zou je bij dit onderzoek kunnen stellen?

Slide 18 - Question ouverte

Nadat je je onderzoeksvraag en verwachting hebt, stel je een werkplan op. Hierbij is het belangrijk om een proefgroep en controlegroep te hebben. Hoe zou een werkplan er uit zien bij het onderzoek of THC het hongergevoel beïnvloedt?

Slide 19 - Question ouverte