taalverzorging 14

Welkom!
Welkom 

1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze week
maandag: uitleg taalverzorging + planner deze periode 
donderdag: evt. verlengde uitleg + zelfstandig werken + lezen
vrijdag:  leesuur + aan de slag 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
Planner doornemen 

1. Wat weet je al? 
2. Uitleg taalverzorging samenstellingen 
3. Even kort aan de slag 
4. Afsluiten les 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planner
Weektaak maandag 3 februari:
hoofdstuk 14: 1 t/m 6 

Je krijgt 2 so-cijfers
1. so samenstellingen op maandag 17 februari (hier moet je dus voor leren!)
2. so-cijfer voor je boekpresentatie 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstellingen
Eén ding, één woord


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg het verschil uit:
rodewijnglazen / rode wijnglazen

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is juist?
A
langetermijnplanning
B
lange termijn planning
C
lange termijnplanning

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is juist?
A
oude kaaskroket
B
oudekaaskroket
C
oude kaas kroket

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstellingen
1. Samengestelde woorden met één klemtoon 
feestbeest, driegangendiner, derdewereldland
2. Ook mét Engelse leenwoorden
sportoutfit, feelgoodmovie
3. Samenstellingen bestaan niet alleen uit zelfstandig naamwoorden
daarvandaan, hierheen, lichtgeel, erbovenop
4. Kan ook afgeleid zijn van werkwoorden
kennismaking, ervan uitgaan, afmaken 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het langste woord dat jij kan bedenken? 
Klaar met het langste woord zoeken?

Ga dan aan je weektaak: opdracht 1 t/m 6 van hoofdstuk 14 

Over 10 minuten bespreken we het langste woord 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag: hoofdstuk 14
1. Maak opdracht 1 t/m 6 ( weektaak)
2. Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw op fluistertoon

Klaar? 
Kijk je werk na op It's Learning. 
Daarna mag je door naar opdracht 6 t/m 10 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
vervolg uitleg H12 + opdrachten 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
1. Startopdracht: wat is de fout? 
2. Uitleg samenstellingen: de lijm tussen woorden
3. Weektaak 


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lastig: het woordje er
Erbij, eroverheen, erdoor, erachter, ervoor

Je schrijft het vast aan een ander voorzetsel. 

Maar komt er een werkwoord bij? Dan dat werkwoord los. 
Ervan uitgaan, ervoor gaan, erbij stilstaan 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tussenklank
Soms heb je een extra letter nodig om de woorden aan elkaar te verbinden. 
Die letter is een soort lijm. 






Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tussen -en
Is er eerste deel van de samenstelling een zn met een meervoud op -en? 
Dan schrijf je de tussenklank - en. 

Bijv: vluchtelingenkamp en sterrenstelsel. 

Geen groenteNsoep. Weet iemand waarom? 




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tussen -s 
Hoor je een -s? Dan schrijf je een -s. 

Lastig?
Begint het tweede woord met een s, dan is het soms lastig horen. 
Zoals: Dorpsstraat of Stationssingel 





Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tussen -e
Is het eerste deel een zn met een mv dat eindigt op, -s, of -n en -s?
Dan alleen een tussen -e. Bijv. geboortedag, aspergesoep, reserveband
Is het eerste deel een woord zonder meervoud? 
Dan alleen tussen-e, zoals roggebrood en zonneschijn. 
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord (in tweede deel)
Apetrots, beresterk, pikkedonker

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tussen -er
Meestal bij zn die een meervoud hebben op -eren, zoals eieren. 
Eierdop, kinderfiets. 


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
Zon + paneel
krokodil + tranen
Maan +  schijn
Reserve + speler 
verzet + strijder 



Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak les 14
Weektaak: opdracht 1 t/m6 
1. Klaar? Kijk je werk na 
2. Anders ga je verder vanaf opdracht 7 

Over een kwartier nakijken

Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning


timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
of werk aan je boekopdracht
timer
30:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
1. Hoe sta je ervoor? 
2. Weektaak verder afmaken + uitleg voor wie dat wil 


Je weet hoe je samenstellingen schrijft in het Nederlands 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een tussen-n wanneer...
A
het linkerdeel van het woord eindigt op -en
B
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is
C
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en het mv eindigt op -en
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijf je dit woord
A
Zonnebril
B
Zonnenbril

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijf je
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling van huisarts + post

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samenstelling:
rijst + pap

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 36 - Question ouverte

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Kijk om je heen....
Hoeveel samenstellingen zie je?
Let op de spelling!!
timer
5:00

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak les 14
Weektaak: opdracht 1 t/m6 
1. Klaar? Kijk je werk na 
2. Anders ga je verder vanaf opdracht 7 

Over een kwartier nakijken

Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning


timer
10:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de volgende zinnen. Je verbetert de zinnen door woorden aan elkaar te schrijven die nu los staan. Schrijf alleen de woorden op die je verandert. 
1. "Wil je wat water voor mij in schenken?",  vroeg hij. Op het bureau van de directie secretaresse staat een mooie water karaf.
2. De leer stof voor de repetitie Nederlands gaat over aan elkaar schrijven. 
3. De burgemeester noemde de verkiezings uitkomst verbazingwekkend. 
Leg het verschil uit tussen zin A en B. 
a Tijdens de marathon zagen we een langeafstandsloper.
b. Tijdens de marathon zagen we een lange afstandsloper.
Het woord ‘kleinkind’ schrijf je aan elkaar, maar kan ook met een spatie geschreven worden (klein kind). Maak een zin waarin je het woord ‘kleinkind’ aan elkaar schrijft en maak een zin waarin je de woorden ‘klein kind’ (dus met een spatie) schrijft. (2 punten)

Verbeter de volgende zinnen. Je verbetert de zinnen door woorden aan elkaar te schrijven die nu los staan. Schrijf alleen de woorden op die je verandert.
1. "Wil je wat water voor mij in schenken?", vroeg hij. Op het bureau van de 
directie secretaresse staat een mooie water karaf.
2. De leer stof voor de repetitie Nederlands gaat over aan elkaar schrijven.
3. De burgemeester noemde de verkiezings uitkomst verbazingwekkend.

Leg het verschil uit tussen zin A en B.
a Tijdens de marathon zagen we een langeafstandsloper.
b. Tijdens de marathon zagen we een lange afstandsloper.

Het woord ‘kleinkind’ schrijf je aan elkaar, maar kan ook met een spatie geschreven worden (klein kind). Maak een zin waarin je het woord ‘kleinkind’ aan elkaar schrijft en maak een zin waarin je de woorden ‘klein kind’ (dus met een spatie) schrijft. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbeter de volgende zinnen. Je verbetert de zinnen door woorden aan elkaar te schrijven die nu los staan. Schrijf alleen de woorden op die je verandert. 
1. "Wil je wat water voor mij in schenken?",  vroeg hij. Op het bureau van de directie secretaresse staat een mooie water karaf.
2. De leer stof voor de repetitie Nederlands gaat over aan elkaar schrijven. 
3. De burgemeester noemde de verkiezings uitkomst verbazingwekkend. 
Leg het verschil uit tussen zin A en B. 
a Tijdens de marathon zagen we een langeafstandsloper.
b. Tijdens de marathon zagen we een lange afstandsloper.
Het woord ‘kleinkind’ schrijf je aan elkaar, maar kan ook met een spatie geschreven worden (klein kind). Maak een zin waarin je het woord ‘kleinkind’ aan elkaar schrijft en maak een zin waarin je de woorden ‘klein kind’ (dus met een spatie) schrijft. (2 punten)

1. Verbeter de volgende zinnen. Je verbetert de zinnen door woorden aan elkaar te schrijven die nu los staan. Schrijf alleen de woorden op die je verandert.
1. inschenken, directiesecretaresse, waterkaraf
2. leerstof
3. verkiezingsuitkomst 

2. Leg het verschil uit tussen zin A en B.
Bij a gaat het om iemand die een lange afstand loopt, bij b is het iemand die lang is en een afstand loopt. 

3.
1. Gedraag je niet als een klein kind! 
2. Ik moet vandaag oppassen op mijn kleinkind. 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op voor mij 
Je levert dit zometeen bij mij in. 
1. Hoeveel antwoorden had je goed? 
2. Wat vond je lastige vragen? 
3. Wat ga je doen om dit beter te oefenen? Of ben je al tevreden met hoe je dit kan? 
Klaar
Maak je weektaak af
Kijk je weektaak na
Maak het extra oefenblad 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen, oefenen, oefenen
Vraag 1 veel fouten?
Lees de stof door en blijf oefeningen maken uit het boek. Herhalen kan altijd! 
Vraag 2 fout? 
Maak dan opdracht 4 nog een keer en kijk het goed na. Kan je zelf ook een voorbeeld bedenken van iets dat iets anders betekent met of zonder spatie?
Vraag 3 fout?
Dat kan ook liggen aan je woordenschat. Lezen helpt. Voor nu maak oefening 4 nog eens goed.  

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
taalverzorging H12

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
1. Stillezen
2. Wat weet je al? 
3. Uitleg taalverzorging meervoudsvormen
3. Even kort aan de slag 
4. Afsluiten les 

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag: verhaal lezen + vragen maken
Lees het verhaal en maak de volgende opdrachten
1. Onderstreep alle bijvoeglijk naamwoorden (bv zegt iets over zn)
2. Omcirkel alle woorden die iets zeggen over een werkwoord (bijwoord)
3. Schrijf alle zn op die in het meervoud staan. Schrijf daarnaast het woord in het enkelvoud
------
4. Vergelijk met je buurman. Hebben jullie hetzelfde? Hebben jullie verschillende antwoorden, bedenk dan wat de juiste kan zijn. 
5. Wat zou het met dit verhaal doen als er geen bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden in zouden zitten? 



Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd: 
1. Je kunt bijvoeglijk naamwoorden herkennen
2. Je weet waarom we bijvoeglijk naamwoorden gebruiken
3. Je kunt bijvoeglijk naamwoorden onderscheiden van bijwoorden 
4. Je kunt de juiste meervoudsvorm van een zelfstandig naamwoord schrijven 

Weektaak: hoofdstuk 12 
Opdracht 1 t/m 10
Klaar? Kijk na! Of maak de extra opdrachten op It's Learning

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordjes 
Je moet voor de toets ook woordjes leren. Die woorden staan in een woordenlijst. 

1. Schrijf de woorden op die je (nog) niet kent 
2. Schrijf erachter wat je denkt dat het zou kunnen betekenen 

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), leesboek schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
lezen! 

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordjes 
Je moet voor de toets ook woordjes leren. Die woorden staan in een woordenlijst. 

Gisteren heb je opgeschreven welke woorden je nog niet kende. Nu zie je de woorden met hun betekenis. Omschrijf jouw boek (of wat je ervan vindt) met drie woorden uit de woordenlijst. 


Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), leesboek schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
hoofdstuk 36: bijwoorden en voorzetsels

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk om je heen....
Hoeveel samenstellingen zie je?
Let op de spelling!!
timer
5:00

Slide 55 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions