Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Zure stoffen
pH? lakmoespapier? rode kool sap?
Slide 1 - Diapositive
Welk ion staan zure stoffen af en zorgt ervoor dat een oplossing zuur wordt?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe noem je het volgende zuur? HNO3
A
citroenzuur
B
fosforzuur
C
salpeterzuur
D
aminozuur
Slide 3 - Quiz
Welke pH kan een base, basische stof hebben?
Slide 4 - Question ouverte
Binas vraag: We voegen een druppel van de volgende indicator toe aan zoutzuur. (pH= 4) Welke kleur zie je? - fenolftaleine -methyloranje
Slide 5 - Question ouverte
Een base, basische stof is een stof die H+ bindt.
Zouten met een hydroxide ion OH- (KOH) Zouten met een oxide ion O- Zouten met een carbonaat ion CO32- (Na2CO3) Ammoniak gas NH3 (ammonia = oplossing met ammoniakgas)