Los verbos reflexivos

Wat doet Garfield?
Op elke foto doet Garfield iets. Schrijf op in het Nederlands wat je ziet.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat doet Garfield?
Op elke foto doet Garfield iets. Schrijf op in het Nederlands wat je ziet.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 1 - Diapositive

Wat doet Garfield?
Op elke foto doet Garfield iets. Schrijf de HELE werkwoord in het Spaans op.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 2 - Diapositive

Wat doet Garfield?
Op elke foto doet Garfield iets. Koppel de Infinitivo aan het juiste activiteit.
1.
2.
3.
4.
5.
Dormir

Slide 3 - Diapositive

Op elke foto doet Garfield iets. Koppel de Infinitivo aan het juiste activiteit.
DORMIR

BAÑAR
CEPILLAR
LEVANTAR
LAVAR

Slide 4 - Question de remorquage

Ik weet wat een regelmatige werkwoord is:
Si
No

Slide 5 - Sondage

Ik weet wat een wederkerende werkwoord is:
= Verbo regular
= Verbo reflexivo
= Verbo irregular
No

Slide 6 - Sondage

Verbo relajar = ontspannen
Verbo Reflexivo
zich ontspannen = relajarSE

Slide 7 - Diapositive

Pronombres reflexivos 

  • De verbos reflexivos moet je altijd vervoegen met een  
    <<<<< pronombre reflexivo
  • De hele ww reflexivo herken je aan de -SE
  • De pronombre is niet tijd gebonden, de werkwoord WEL >>>>>
Let op!
De hele werk van de verbo reflexivo eindigt altijd met -se zoals >levantar + se = levantarse. Als je dit gaat vervoegen dan haal je de SE weg en je vervoegd ze apart. 

Slide 8 - Diapositive

Wat is de HELE-ww reflexivo van:
Lavar?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de HELE-ww reflexivo van:
Dormir?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de HELE-ww reflexivo van:
Poner?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Reflexivo +
Tengo que = ik moet
Quiero = ik wil 
Pienso = ik denk 
Puedo = ik kan
                                                                  >>>>>>

Slide 13 - Diapositive

Reflexivo +
nTengo que + reflexivo = (yo) tengo que dormirME temprano
Quiero + reflexivo = (tú) quieres comerTE una pizza de peperoni
Pienso = (ella) Piensa bañarSE con agua caliente
Puedo = (nosotros) podemos comprarNOS los regalos
                                                                  >>>>>>
Let op!
bij hele werkwoorden in een zin plak je de pronombre reflexivo achter het hele werkwoord. 

Slide 14 - Diapositive

blz 34 boek 2 h3 opdracht 9a BRON B

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Yo (levantarse) ________ a las 7am.
A
levanto
B
me levantar
C
me levanto
D
me levantarse

Slide 17 - Quiz

Ik kan de wederkerende werkwoord uitleggen aan een klasgenoot
si
no
casi
un poco

Slide 18 - Sondage

Ik kan de pronombres reflexivos opnoemen
si
no
un poco

Slide 19 - Sondage

Ik kan de regelmatige wederkerende werkwoorden vervoegen.
si
no
casi

Slide 20 - Sondage

Huiswerk 
maken :
opdracht 9B en 10 
BLZ 34 en 35 boek 2 hoofdtuk 3 bron B
leren voca B H3

Slide 21 - Diapositive