Beco hoofdstuk 18.4, 18.5 en 18.6

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Leverancierskrediet, afnemerskrediet en rekening-courantkrediet

Leverancierskrediet

• Goederen worden geleverd en hoeven pas later betaald te worden. 
• De leverancier verleent krediet aan de afnemer
• Debiteuren en crediteuren

Wie is de crediteur bij leverancierskrediet

1. De leverancier
2. De afnemer

Consumptief leverancierskrediet

Wordt gegeven aan consumenten. 

De leverancier doet dit vanwege:

• Hij hoeft niet aan het krediet te verdienen.
• De kosten van het geven van krediet zijn laag. 
• Klantenbinding

Productief leverancierskrediet

Wordt gegeven aan andere bedrijven. 

Ondernemingen maken liever gebruik van leveranciers krediet dan bankkrediet omdat:

• De kosten zijn lager
• Het risioc voor de leverancier is kleienr dan voor de bank. De leverancier kan goed beoordelen of de afnemer kan betalen. 

Korting contant

Wanneer de afnemer binnen een bepaalde tijd betaald mag hij een percentage van het te betalen bedrag aftrekken. 

Afnemerskrediet

• De afnemer betaald vooraf. De afnemer verstrekt krediet aan de leverancier. 
• Telefoon abbonement
• Netflix abbonement

Afnemerskrediet

Komt voor bij:

• Dienstverlenende bedrijven: Abonnementen, verzekeringen en transport
• Speciale orders
• Opkopende handel: Agrarische gewassen

Rekening-courantkrediet

• Rekening courant
• Rood staan
• Duur

Wanneer is het zinvol?

• Een klein bedrijf wat weinig andere mogelijkheden heeft om te lenen.
• Bedrijven met seizoenspieken
• Anticipatiekrediet