Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen deze les?
Starten met een nieuw onderdeel: fictie
Uitleg en oefenen
Afsluiten
Aan het einde van de les weet je
wat fictie en non-fictie is.
Slide 1 - Diapositive
Denk even terug aan alles wat je de afgelopen paar dagen hebt gezien en gelezen (denk aan een (school)boek, film, nieuwbericht...). Wat is jou het meeste bijgebleven?
Slide 2 - Carte mentale
Fictie =
verzonnen
Voorbeelden:
leesboeken en strips
films
toneelstukken
gedichten
Non-fictie =
niet verzonnen
Voorbeelden:
schoolboeken
nieuwsberichten
kookboeken
handleidingen
Slide 3 - Diapositive
Fictie
Non-fictie
Slide 4 - Question de remorquage
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 5 - Quiz
Een theatervoorstelling is fictie.
Ja
Nee
Slide 6 - Sondage
Een gedicht is non-fictie.
Ja
Nee
Slide 7 - Sondage
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 8 - Quiz
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 9 - Quiz
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 10 - Quiz
Een film over de Tweede Wereldoorlog is non-fictie.