Fictie en non-fictie

Wat gaan we doen deze les?
  • Even voorstellen (±5 min.)
  • Starten met een nieuw onderdeel: fictie (±10 min.)
  • Uitleg en oefenen (±15 min.)
  • Afsluiten

Aan het einde van de les weet je 
wat fictie en non-fictie is.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen deze les?
  • Even voorstellen (±5 min.)
  • Starten met een nieuw onderdeel: fictie (±10 min.)
  • Uitleg en oefenen (±15 min.)
  • Afsluiten

Aan het einde van de les weet je 
wat fictie en non-fictie is.

Slide 1 - Diapositive

Denk even terug aan alles wat je de afgelopen paar dagen hebt gezien en gelezen (denk aan een (school)boek, film, nieuwbericht...).
Wat is jou het meeste bijgebleven?

Slide 2 - Carte mentale


Fictie 
verzonnen

Voorbeelden:
  • leesboeken en strips
  • films
  • toneelstukken
  • gedichten

Non-fictie =
niet verzonnen

Voorbeelden:
  • schoolboeken
  • nieuwsberichten
  • kookboeken
  • handleidingen

Slide 3 - Diapositive

Fictie
Non-fictie

Slide 4 - Question de remorquage


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quiz

Een theatervoorstelling is fictie.
Ja
Nee

Slide 6 - Sondage

Een gedicht is non-fictie.
Ja
Nee

Slide 7 - Sondage


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz

Een film over de Tweede Wereldoorlog is
non-fictie.
Ja
Nee

Slide 11 - Sondage


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz

Aan het einde van de les weet je
wat fictie en non-fictie is.

Slide 13 - Diapositive