Herhalen oude stof

Lezen herhalen 1 t/m 4
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lezen herhalen 1 t/m 4

Slide 1 - Diapositive

Planning
* Werkwoordspellingtoets: Thuis, afspraak maken.

* Lezen: H5 en H6 in de komende lessen.

* Vandaag: herhalen theorie H1 t/m 4. Begin maken met hoofdstuk 5.

Slide 2 - Diapositive

Manieren van lezen
1. Oriënterend lezen

2. Globaal lezen

3. Zoekend lezen

Slide 3 - Diapositive

1. Oriënterend lezen
Waarom?
Om het onderwerp van een tekst te vinden.

Onderwerp= -Waar de tekst over gaat.
                           - In één of een paar woorden.
                           - Helpt bij het begrijpen van de tekst.
                         

Slide 4 - Diapositive

1. Oriënterend lezen
Hoe?
1. Bekijk de tekst: - Kijk naar de titel.
                                     - Kijk naar de illustraties (plaatjes).
                                     - Kijk naar de tussenkopjes (titels boven een 
                                        gedeelte van de tekst).
                                     - Kijk of er woorden anders gedrukt zijn (vet,  
                                        schuin, GROOT of gekleurd).

Slide 5 - Diapositive

1. Oriënterend lezen
2. Lees het eerste stukje (eerste alinea) van de tekst. Dat is 
     soms vetgedrukt.
3. Geef antwoord op de vraag:
                            
                               Waarover gaat deze tekst?
NOOIT de titel opschrijven! Geef antwoord met 1 of paar woorden.

Slide 6 - Diapositive

2. Globaal lezen
Waarom?
Gebruik je wanneer je snel de belangrijkste informatie uit een tekst wilt halen. 

Hoe?
Je leest de eerste en de laatste zin van elke alinea, omdat daar de belangrijkste informatie in staat.

Slide 7 - Diapositive

2. Globaal lezen
Alinea= een stukje van een tekst.
 - Begint altijd op een nieuwe regel.
 - Soms springt de eerste regel een beetje in.
 - Soms wordt er tussen alinea's een regel overgeslagen (witregel).
 - De eerste of laatste zin van de alinea bevat vaak de belangrijkste informatie.

Slide 8 - Diapositive

2. Globaal lezen
Sommige alinea's horen bij elkaar. Zij gaan dan over hetzelfde deelonderwerp. 

Deelonderwerp= Een gedeelte van het onderwerp. 
     Bijvoorbeeld: Een tekst heeft als onderwerp Hond als huisdier. In alinea       2+3 gaat het over wat je als baasje allemaal moet doen om een hond te   verzorgen. Het deelonderwerp van alinea 2+3 samen is dan verzorging.

Een deelonderwerp kan ook in 1 alinea beschreven worden.
Met een tussenkopje kan worden aangegeven welke alinea's bij elkaar horen.

Slide 9 - Diapositive

3. Zoekend lezen                                         
Wanneer?
Als je snel iets wilt opzoeken in een tekst.

Hoe? Scan de tekst.
- Bekijk titel en tussenkopjes.
- Kijk naar anders gedrukte woorden.
- Opvallende tekens/ plaatjes/ grafieken.

Slide 10 - Diapositive

Tekstindeling
- Inleiding.
- Middenstuk.
- Slot.

Handig voor als je de tekst goed wilt begrijpen. Je weet wat je kunt verwachten en waar je het beste informatie kunt vinden als je zoekend leest.

Slide 11 - Diapositive

Inleiding: - Kennismaken met het onderwerp.
                   - Voorbeeld of anekdote (verhaaltje).
                   - Meestal 1 alinea.
                   - Maakt nieuwsgierig naar de rest van de tekst

Slide 12 - Diapositive

Inleiding

Middenstuk: - Grootste deel van de tekst.
                         - Deelonderwerpen.


Slide 13 - Diapositive

Inleiding

Middenstuk

Slot: - Het laatste deel van een tekst.
         - Belangrijkste wordt kort herhaald.
         - Soms naar toekomst kijken.
         - Nieuwsbericht vaak geen slot.


Slide 14 - Diapositive

Doel van een tekst
Wat wil de schrijver bereiken met de tekst? (Blz. 116)

* Met een artikel in de krant?
* Met een reclamefolder in de brievenbus?
* Met dit boek voor Nederlands?
* Met een stripverhaal?
* Met een recensie van een boek?

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag                           Blz. 116
Maak opdracht startopdracht + 1 t/m 3.


Slide 16 - Diapositive