1GT - lezen H1 t/m 6
1 / 23
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het verschil tussen het onderwerp van een tekst en een deelonderwerp?
Slide 3 - Question ouverte
Het onderwerp is waar de tekst over gaat in één of een paar woorden, een deelonderwerp is waar één (soms twee) alinea('s) over gaat (gaan).
Waar hoef je NIET naar te kijken als je het onderwerp van een tekst wil weten?
A
titel en tussenkopjes
B
de naam van de schrijver
C
eerste alinea
D
opvallend gedrukte woorden
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Iedere alinea gaat over een ander deelonderwerp.
A
vaak
B
soms
C
altijd
D
nooit
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
orienterend lezen
globaal lezen
titel
deelonderwerp
tussenkopjes
inleiding
1e + laatste zin alinea
afbeelding
belangrijkste info
Slide 6 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea.
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
C
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea.
D
lees je de hele tekst goed door.
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Noteer het nummer van de tabel waarin staat hoeveel mensen er met corona in het ziekenhuis lagen.
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
inleiding
middenstuk
slot
deelonderwerpen
anekdote
samenvatting
tussenkopjes
advies
aanleiding
wens
vraag stellen
meerdere alinea's
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is NIET JUIST
over de inleiding?
over de inleiding?
A
1e en soms 2e alinea
B
samenvatting - aanleiding - anekdote - vraag - deskundige voorstellen
C
Hieraan zie je wat het onderwerp is van de tekst
D
Dit is de afsluiting van de tekst.
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de AANLEIDING
voor het schrijven van een tekst?
voor het schrijven van een tekst?
A
Het doel van de schrijver.
B
De eerste alinea van de tekst.
C
Hoe de schrijver op het idee is gekomen om de tekst te schrijven.
D
Voor wie de schrijver de tekst geschreven heeft.
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem 3 dingen die een schrijver kan doen in het slot.
Slide 13 - Question ouverte
- samenvatting geven
- conclusie trekken
- de lezer waarschuwen
- de lezer adviseren
- een wens uitspreken
- een toekomstverwachting geven
- enz.
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het doel van de tekst bij deze afbeelding
A
instrueren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zal het doel zijn van de tekst bij deze afbeelding?
A
amuseren
B
overtuigen
C
activeren
D
instrueren
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de functie van de afbeelding bij deze tekst ?
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
Slide 19 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het doel van deze tekst ?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
Slide 21 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het doel van de tekst bij deze afbeelding?
A
activeren
B
overtuigen
C
informeren
D
instrueren
Slide 22 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Voor welk onderdeel van lezen moet je nog leren of waarmee moet je extra oefenen?
Slide 23 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
