Thema: Communicatie in de zorg

Communicatie in de zorg 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Communicatie in de zorg 

Slide 1 - Diapositive

Programma vandaag
8.30-10.00 uur Coaching, individuele gesprekken
10.00-10.30uur Pauze
10.30-12.00 uur Introductie thema 1: Communiceren en sociaal netwerk, daarna zelfstandig werken
12.00-12.30 uur Lunchpauze
12.30-14.00 uur Werken aan opdrachten, individuele gesprekken
14.00 uur Gezamenlijk afronden
14.30-16.00 uur AVO/ Keuzedelen/ Burgerschap, Loopbaan


Slide 2 - Diapositive

Introductie thema
Communiceren en sociaal netwerk
VP: B1-K1-W5
VZ: B1-K1-W6 Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk
HZW: B1-K1-W3

Leerdoel: 
Je kunt professioneel communiceren met de zorgvrager en diens naasten

Slide 3 - Diapositive

Koppeling ZorgPad
VP:
Zorg Algemeen >>> Thema: Communicatie in de zorg

VZ:
Zorg Algemeen >>> Thema: Communicatie in de zorg

Slide 4 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje
Is er contact?
 Is er aandacht?
 Luistert Sandra naar verbale en non-verbale signalen? 
Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Bekijk het volgende filmpje
Is er contact?
 Is er aandacht?
 Luistert Sandra naar verbale en non-verbale signalen? 
Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?

Slide 9 - Question ouverte

Bekijk het volgende filmpje
 Sluit Siona aan bij de beleving van mevrouw? 
Neemt zij de tijd?
 Welk effect heeft dit alles op mevrouw Vreeswijk?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is communicatie in de zorg?
Communiceren in de zorg is het overbrengen en ontvangen van een boodschap, het uitwisselen van informatie tussen mensen. Het is een doorlopend proces van informatie uitwisselen tussen zorgverlener en cliënt: de een reageert steeds op de ander.

Slide 14 - Diapositive

verbale en non-verbale communicatie
In een gesprek zijn niet alleen de woorden die je zegt belangrijk, de verbale communicatie
Nog belangrijker is de manier waarop je die woorden zegt en hoe je je gezicht of lichaamstaal daarbij gebruikt: de non-verbale communicatie. 
Je gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding hebben grote invloed.

Slide 15 - Diapositive

Missie en Visie
Zorginstellingen willen de zelfredzaamheid van cliënten vergroten, hen geruststellen in hun keuze of motiveren tot een bepaald gedrag. 
Dit vraagt om goede communicatie gericht op de cliënt en familie van de cliënt.

Slide 16 - Diapositive

Aandachtspunten in de communicatie

Slide 17 - Carte mentale

Aandachtspunten in de communicatie met naasten zijn:

Slide 18 - Carte mentale

Technieken
  1. Wees een OEN: 
  2. Gebruik LSD: 
  3. Neem ANNA mee:   
  4. Smeer NIVEA: 
  5. Laat OMA thuis: 


Open, Eerlijk en Nieuwsgierig.
Luisteren, Samenvatten en Doorvragen
Altijd Navragen, Nooit Aannemen
Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden 
Niet Invullen Voor Een Ander

Slide 19 - Diapositive

Belangrijke gesprekstechnieken
Open vragen
Reflectief luisteren
Bevestigen
Samenvatten
Verandertaal uitlokken


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Welke soort gesprekken kun je tegenkomen in de zorg?

Slide 25 - Question ouverte

Motiverende gespreksvoering

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

2

Slide 28 - Vidéo

Welke problemen kun je tegenkomen in communicatie?

Slide 29 - Carte mentale

Problemen in de communicatie
- Cultureel
- Taal- of spraakstoornissen
- Laaggeletterdheid 



Slide 30 - Diapositive

Hoe herken je zorgvragers die laaggeletterd zijn ?

Slide 31 - Question ouverte

De zorgvrager kan zijn spieren niet meer goed aansturen, waardoor hij niet goed meer kan spreken.
A
apraxie
B
afasie
C
dysartrie
D
sensorische verwerkinsgstoornis

Slide 32 - Quiz

Bedankt voor de inzet!!

Slide 33 - Diapositive