H1 Pluriformiteit in Nederland

Thema 4
Pluriforme samenleving
Hoofdstuk 1
Pluriformiteit in Nederland
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
Pluriforme samenleving
Hoofdstuk 1
Pluriformiteit in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Na deze les weten jullie pluriformiteit en cultuur betekent in de Nederlandse samenleving

Slide 4 - Diapositive

Pluriforme samenleving

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Maken: Lees Hoofdstuk 1, begin met samenvatten en maak opdrachten die in SOM staan
AAN DE SLAG!
timer
20:00

Slide 7 - Diapositive


Pluriforme samenleving




Samenleving van mensen met verschillende
culturen en leefstijlen 
Pluriform betekent veelvormig
Wat is cultuur?

Slide 8 - Diapositive

Dominante cultuur
  • De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

  • Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten

  • Maar ook: vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling van vrouwen

Slide 9 - Diapositive

Subculturen
  • Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, werk of geloof

  • Je gedraagt je volgens deze normen, waarden en gewoonten

  • Je hoort meestal niet bij één subcultuur

Slide 10 - Diapositive

Noem enkele subculturen die je kent

Slide 11 - Carte mentale


Ethnische subculturen




Subculturen gebaseerd op
land van herkomst, zoals: 
Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen

Slide 12 - Diapositive


Culturen verschillen




in plaats
in tijd
per groep

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 14 - Question ouverte

Wat snap je nog niet zo goed?
Welke vraag heb je nog?

Slide 15 - Question ouverte

Leerdoel behaald?
Na deze les weten jullie pluriformiteit en cultuur betekent in de Nederlandse samenleving
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz