Par. 1 Pluriformiteit in Nederland

• GMF
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Thema
Pluriforme samenleving

Hoofdstuk 1

Pluriformiteit in Nederland

Na deze les weten jullie pluriformiteit en cultuur betekent in de Nederlandse samenleving

Pluriforme samenleving

Pluriforme samenleving

= een samenleving waarin mensen naast elkaar leven met uiteenlopende godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van verdraagzaamheid heerst

Cultuur = alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen

Pluriform betekent veelvorming.

Dominante cultuur

• De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land
  

• Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten

• Maar ook: vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling van vrouwen

Subculturen

• Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, werk of geloof

• Je gedraagt je volgens deze normen, waarden en gewoonten

• Je hoort meestal niet bij één subcultuur

Noem enkele subculturen die je kent

Etnische subculturen

Subculturen gebaseerd op land van herkomst, zoals: 

Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen, Molukkers.

Tegencultuur

Groep die zich verzet tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.

Culturen verschillen

in plaats

in tijd

per groep

Culturele diversiteit

• stad - platteland
• Jong - oud
• Beroep - maatschappelijke positie
• Mannen - vrouwen
• Etniciteit
• Godsdienst

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:

1. Veel etnische groepen.
2. Een grote culturele diversiteit.
3. Evenveel allochtonen als autochtonen.
4. Veel botsingen tussen subculturen en de dominante cultuur.

Is de afbeelding een voorbeeld van een subcultuur, dominante cultuur of tegencultuur?

1. Subcultuur.
2. Tegencultuur.
3. Dominante cultuur.

Is de afbeelding een voorbeeld van een subcultuur, dominante cultuur of tegencultuur?

1. Subcultuur.
2. Tegencultuur.
3. Dominante cultuur.

Wat is juist? Tegenculturen:

1. Hebben dezelfde cultuurkenmerken als subculturen.
2. Zijn altijd in strijd met de grondwet.
3. Hoeven niet tegenstrijdig te zijn met de dominante cultuur.
4. Zijn altijd gebaseerd op een conflictsituatie.

Mensen binnen een subcultuur:

1. Vormen een bedreiging voor de dominante cultuur.
2. Zijn bijna altijd allochtoon.
3. Horen niet bij de dominante cultuur.
4. Hebben gemeenschappelijke normen.

Maken: Lees Hoofdstuk 1,
en maak de opdrachten

AAN DE SLAG!