H3 - P3 - week 8 - les 3 - Soorten taal + afronden schrijfopdrachten

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Diapositive

- Welkom 
- 'je moerstaal'
- Wat is je moedertaal en wat is de invloed daarvan op jou?
- Dialecten onderzoeken
- Zelf aan de slag!
- Tijd om je schrijfdossier in te leveren.

Doelen:
- Je weet wat er gebeurt als je een stijlfout maakt en je kunt ze uit je eigen werk halen.
- Je kijkt kritisch naar een tekst en kunt aangeven wat er beter in zou kunnen

Vandaag hele dossier inleveren!

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

je moerstaal

Slide 4 - Carte mentale

Wat is jouw 'moerstaal'?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Taalvormen
*Standaardtaal: Algemeen Nederlands/Standaard Nederlands
*Varianten op de standaardtaal:

*Dialect (gekenmerkt door accenten)
Wat betekent: 'Ge bent de Sjors' en 'glas-in-lood-gezicht'

*Straattaal

Slide 8 - Diapositive

Standaardnederlands
Standaardnederlands =  Algemeen Nederlands

- gestandaardiseerde variant van het Nederlands 
- wordt onderwezen op scholen
- gebruikt door autoriteiten en media in Nederland. 
- formele en correcte vorm van de taal, 
- bedoeld om communicatie te vergemakkelijken
           * door regionale dialecten en variaties te minimaliseren.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

   Achtergrond 
Streektaal, streekgebonden variant van een taal. Soms is er tussen dialecten vrijwel uitsluitend verschil in de uitspraak (vergelijk Amsterdams en Haags), soms ook in de woordenschat (Haags tegenover Twents).
Dialecten van één taal hebben vrijwel dezelfde structuur en historische achtergrond: daarom is Fries geen dialect van het Nederlands, maar Gronings wel. Vaak ook spelen geografische en politieke omstandigheden een rol. Zo liggen Twents en Platt-Deutsch (tussen Gronau en Berlijn) dichter bij elkaar dan Twents en Maastrichts, maar wordt Twents als een dialect van het Nederlands, en Platt-Deutsch als een dialect van het Duits beschouwd.
Is een dialect niet aan een streek, maar aan een sociale laag gebonden (arbeiderstaal, corpsballentaal, hulpverlenerstaal), dan spreken we van een sociolect. Het typische taaleigen van een persoon noemen we een idiolect.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Achtergrond

Straattaal is een zelfgemaakte taal vol:
- afkortingen in sms- en apptaal, 
- woorden uit de hiphop en 
- leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. 
In Nederland is de basistaal Nederlands. 
Er wordt gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume. 


Slide 13 - Diapositive

Waarom wordt straattaal gesproken?

Slide 14 - Carte mentale

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal.     
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort.
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels ->       heeft een hoog 'do it yourself' gehalte.
  • Boodschap hoeft niet letterlijk onder woorden                                                 gebracht te worden -> én toch is het verband/                                                       de relatie helder.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Stel jezelf voor op drie manieren:

- Standaard Nederlands
- 'je Moerstaal'
- straattaal

1. Schrijf deze drie voorstellen op het papier dat je krijgt
2. Kies een voorstel dat je eventueel aan de klas laat horen

(Denk bij voorstellen aan je naam, leeftijd, waar je vandaan komt, je gezin, je hobby, een bijzonder feitje over jezelf)
Opdracht:
timer
6:45

Slide 17 - Diapositive

Zorg ervoor dat je schrijfopdracht klaar is, zodat je hem nu (uiterlijk vanavond) in kunt leveren!

Ingeleverd?
- leer alvast voor de toetsweek voor een ander vak of maak een andere opdracht af die je in moet leveren
Schrijfopdracht afronden

Slide 18 - Diapositive