P1 - Les 5 - Het Bewegingsapparaat

Periode 1 - AFP - Les 5
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Periode 1 - AFP - Les 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je weten over de Anatomie en Fysiologie?

Opbouw van het bot, verschillende soorten beenderen, 
functie van het skelet
verschillende soorten gewrichten
de belangrijkste botten in het NL en Latijn 
Medische termen die in de les en LessonUp's worden behandeld.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie van
skelet

Slide 4 - Carte mentale

Skelet
De botten vormen samen het skelet. De belangrijkste botten worden in dit leerpad besproken.
Het skelet heeft de volgende functies:
houding; het skelet geeft het lichaam zijn vorm (houding).
aangrijpingspunt voor beweging; spieren zitten vast aan botten, door samentrekking van spieren kunnen botten ten opzichte van elkaar bewegen.
bescherming van belangrijke organen; de schedel beschermt de hersenen, de borstkas beschermt het hart en de longen.
opslag van mineralen; botten bevatten een flinke hoeveelheid calcium en fosfaat en kunnen deze mineralen ook weer afgeven aan het bloed.
ruimte voor beenmerg; rood beenmerg in platte botten en botuiteinden produceert bloedcellen.
Functie skelet
  • Houding; het skelet geeft het lichaam zijn vorm (houding).
  • Aangrijpingspunt voor beweging; spieren zitten vast aan botten, door samentrekking van spieren kunnen botten ten opzichte van elkaar bewegen.
  • Bescherming van belangrijke organen; de schedel beschermt de hersenen, de borstkas beschermt het hart en de longen.
  • Opslag van mineralen; botten bevatten een flinke hoeveelheid calcium en fosfaat en kunnen deze mineralen ook weer afgeven aan het bloed.
  • Ruimte voor beenmerg; rood beenmerg in platte botten en botuiteinden produceert bloedcellen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten botten
  • Lange botten
  • Platte botten

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een andere benaming voor de "lange botten"
A
Pijpbotten
B
Pijpbeenderen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk bot is GEEN plat bot?
A
schedelbot
B
borstbeen
C
dijbeen
D
schouderblad

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een gewricht?
A
verzameling botten
B
verzameling spieren
C
scharnier tussen 2 botten
D
banden & pezen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Botweefsel is
A
Steunweefsel
B
Bindweefsel
C
Dekweefsel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vitamine zorgt voor goede opname van calcium uit de voeding en is daarmee heel belangrijk voor de botaanmaak?
A
Vitamine B
B
Vitamine C
C
Vitamine D
D
Vitamine E

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanmaak van vitamine D
Onder invloed van ultraviolette straling wordt door de huid een voorstadium van vitamine D gemaakt. Dit wordt vervolgens door de lever omgezet in vitamine D.
Overigens kun je vitamine D ook via de voeding in het lichaam opnemen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huidskleur
vitamine D

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor gewricht is dit?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meniscus is
A
een ander woord voor gewrichtskapsel
B
een slijmbeurs die zich tussen pees en bot bevindt
C
een kraakbeenschijf die zich in de nek bevindt
D
een kraakbeenschijf die zich in de knie bevindt

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zorgt ervoor dat een gewricht soepel kan bewegen?
A
Slijmbeurs (bursa)
B
Kapsels en banden (ligamenten)
C
Gewrichtskraakbeen en gewrichtsvloeistof (Synovia)

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten spieren
Lengtespieren --> van het ene bot naar het andere
Kringspieren --> niet vast aan een bot
Gladde spieren --> autonoom, organen
Dwarsgestreepte spieren --> animaal, spierballen en beweging!

(uitzondering: Hart dwarsgestreepte spieren maar autonoom)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

eigenschappen spiercellen

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen van spiercellen
  • Ze kunnen reageren op elektrische prikkels. De prikkel komt bij de spier via een zenuw.
  • Ze kunnen zich verkorten door samen te trekken (contractie)
  • Ze kunnen uitgerekt worden
  • Na samentrekken of rekken kunnen ze weer hun rustlengte aannemen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij contractie worden de spieren...
A
korter
B
Langer

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is spiertonus?
A
de spanning van een spier
B
de inspanning van een spier
C
de rustspanning van een spier
D
de intensiteit van de spierwerking

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Endorotatie in de heup is ook wel:
A
Het naar buiten draaien
B
Het naar binnen draaien
C
Het naar voren zwaaien
D
Het naar achter zwaaien

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is extensie?
A
Buigen
B
Strekken
C
Naar binnen draaien
D
Naar buiten draaien

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren en pezen
Pezen: 
verbinding tussen bot en spier

Spieren:
beweging maken
samentrekken en ontspannen
antagonistspieren (werken samen, maar hebben tegengestelde functie, biceps-triceps)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De biceps is een..
A
beenstrekspier
B
beenbuigspier
C
armbuigspier
D
armstrekspier

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Pathologie: van het bewegingsapparaat:
- artrose
- reumatoïde artritis
- amputaties

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions