Herhalingsles hs6 deel 1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling hoofdstuk 6.1 + 6.2

Mevrouw Hollestelle

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag:

-Herhalen gevangenen dilemma;

- Herhalen goederen.

Speltheorie/gevangenen dilemma 

Dan ga je uit van de best mogelijke oplossing voor jezelf. Dit kan ook voorkomen bij een prijzenoorlog. Tussen de Jumbo en AH. Als beide supermarkten er voor kiezen om de prijzen te verlagen is er geen sprake meer van een voordeel van de prijsverlaging. Alleen dat ze minder omzet hebben.

Dit gaan we nog even oefenen.

Zelfbinding

Bij zelfbinding maakt een bedrijf van te voren bekend welke keuze ze gaat maken bij het dilemma. In plaats van zelfbinding kunnen bedrijven kiezen voor samenwerken.

Individuele goederen

Bij deze goederen is het mogelijk om mensen uit te sluiten doordat ze niet betalen. 

Voorbeeld?

Als je het ene product koopt kun je het andere niet meer kopen. Je kunt maar 1x je geld uitgeven. Dit noemen we rivaliserend.

Collectieve goederen

Dit zijn goederen die door de overheid geproduceerd worden en zijn er voor iedereen. Er worden dus geen mensen uitgesloten dus is er sprake van niet rivaliserend.

Bijvoorbeeld: Leger, politie, rechtspraak, straatverlichting.

Quasi-collectieve goederen

Dit zijn individuele goederen die door de overheid geproduceerd worden. Deze betaald de overheid over het algemeen.

Bijvoorbeeld onderwijs.

Beperkt rivaliserend: als één kind naar een school gaat, kan een ander kind niet op dezelfde plek in een klaslokaal als dat kind zitten.

Zelfstandig aan het werk

Klaswerk: Herhalingsopgave 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6

Huiswerk: 7 - 8 - 9 - 10 - 11

Bladzijde: 176

Als het klaswerk niet af is: samenvatting overschrijven (Pagina 174)  voor de volgende les.

De overheid geeft veel geld uit aan collectieve goederen. Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?

1. burgers
2. ambtenaren
3. rijksoverheid
4. rijk, provincie, gemeente

Wat is de speltheorie

1. A. Je kunt er brood mee maken
2. B. Het is een wiskundige manier om keuzeproblemen op te lossen
3. C. Je kunt er ingewikkelde wiskundesommen mee uitrekenen
4. moeilijke variant van economie

IS DIT EEN GEVANGENEN-DILEMMA?

1. NEE
2. JA

Bij een gevangenendilemma is er …..

1. altijd sprake van een dominante keuze
2. geen cel waar beide partijen beter af zijn
3. sprake van een inelastische vraag
4. nooit sprake van meeliftgedrag

brood

1. individuele goederen
2. collectieve goederen

I: Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen door de overheid geproduceerd.
II: Onderwijs is een voorbeeld van quasi-collectieve goederen.

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. alleen I juist
4. alleen II juist

quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen

1. juist
2. onjuist

IS DIT EEN GEVANGENEN-DILEMMA?

1. NEE, WANT DIT IS DE BESTE UITKOMST
2. JA, WANT DIT IS HET EERLIJKST
3. JA, WANT ER IS EEN BETERE UITKOMST
4. NEE, WANT ER IS EEN BETERE UITKOMST

collectieve goederen zijn niet rivaliserend

1. juist
2. onjuist

Collectieve goederen zijn:

1. Voorzieningen de iedereen kan kopen in de winkel
2. Voorzieningen die de overheid geheel of gedeeltelijk heeft betaalt.
3. Voorzieningen die mensen maken voor elkaar
4. Voorzieningen waar iedereen voor een klein eigenaar van is

Wat is een kenmerk van collectieve goederen?

1. komen alleen tot stand door drang van de overheid
2. men kan een individuele prijs vragen
3. niet-uitsluitbaar
4. rivaliserend