Ethisch en integer handelen

• Voeding en Dienstverlening
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

P3-K1-W1

Leveren van managementinformatie

Management informatie

Gegevens actualiseren, interpreteren, verwerken en daar conclusies uit trekken

Werknemersvaardigheden

 de vaardigheden die een medewerker moet beheersen om te kunnen functioneren in zijn of haar baan.

Begin met het eind doel voor ogen

Werknemersvaardigheid: 

ethisch en integer handelen 

Doel van de les: 

weten wat ethisch en integer handelen is.

luister maar.

Een stagebedrijf of werkgever verwacht dat je ethisch en integer kunt handelen. 

 Belangrijk :

- weten wat ethisch en integer handelen betekent;

- wat je moet doen om ethisch en integer te handelen. 

luisteren of lezen

00:16

Ethiek heeft te maken:

1. sporten
2. voeding
3. wat goed en fout is
4. normen en waarden

01:27

Wat zou je doen?

1. de man aanspreken
2. wegkijken
3. doorlopen
4. het melden

Wat denk je wat het woord ethisch betekent?

Ethisch en integer handelen. 

De "ik"-doelen zijn: 

- ik ga eerlijk en vertrouwelijk om met wat ik hoor van mijn collega’s en klanten;

- ik ga zorgvuldig om met de eigendommen van een ander.

Een klant is boos omdat de bestelling niet klopt.

luister naar de vraag

1. ik bied mijn excuses aan
2. ik bied mijn excuses aan en geef het product alsnog
3. ik zeg dat ze niet moet zeuren
4. ik geef haar snel het product.

Een collega roddelt de hele tijd over andere collega's.
Wat doe ik?

1. zeggen dat hij ermee moet ophouden
2. naar mijn leidinggevende gaan
3. net doen of ik het niet hoor
4. de collega erop aanspreken en zeggen dat als hij niet stopt ik naar de leidinggevende ga

Tijdens het werken heb ik een per ongeluk een machine kapot gemaakt. Wat kan ik het beste doen?

1. ik begin te lachen
2. ik zeg niets
3. ik meld het bij de leidinggevende
4. ik probeer het snel te maken

Een klant vraagt iets wat niet mogelijk is.
Wat zeg je tegen de klant ?

1. je zegt "nee, dat heb ik niet"
2. je zegt " helaas heb ik niet" maar zoekt naar een oplossing samen met de klant
3. je zegt " ga maar naar een andere winkel "
4. je zegt " wat een domme vraag"

Waarom is het belangrijk op het werk dat je eerlijk en vertrouwelijk omgaat met wat je hoort van collega’s en klanten?

Ik wil met iedereen goed omgaan.
Zelf wil ik niet dat ze tegen mij ............. !
Noem 3 manieren van aanspreken die je niet wilt!

schreeuwen 

uitlachen 

Zo hoort het niet!

Zo hoort het wel!

Succes !

Situatie:
Je bent wethouder bij de gemeente en jouw broer heeft een bouwbedrijf.
Help je hem aan een opdracht voor de gemeente?

Ja

Nee

Situatie:
Je broertje heeft een werkstuk gemaakt voor zijn school, dat 5 keer gekopieerd moet worden. Op jouw werk staat een snelle kopieermachine. Gebruik je dat om zijn werkstuk te kopiëren?

Ja

Nee