Moeilijke woorden thema 4 Wonen
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Het appartement
A
Een woning die een deel is van een groter gebouw.
B
Een groter deel van een stad of dorp met een eigen naam.
Slide 2 - Quiz
De buurt
A
Het midden van een stad of dorp, de binnenstad.
B
Een klein deel van een stad of dorp, meestal van maar een paar straten.
Slide 3 - Quiz
Het centrum
A
Het midden van een stad of dorp, de binnenstad.
B
Een groter deel van een stad of dorp met een eigen naam.
Slide 4 - Quiz
De gemeente
A
Een gebied dat door een burgemeester wordt geleid.
B
Een groter deel van een stad of dorp met een eigen naam.
Slide 5 - Quiz
Inschrijven
A
Je ergens officieel voor aanmelden.
B
Officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
Slide 6 - Quiz
Het legitimatiebewijs
A
Alleen kunnen zijn zonder gestoord te worden.
B
Officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
Slide 7 - Quiz
Het pand
A
Het gebouw
B
Een woning die een deel is van een groter gebouw.
Slide 8 - Quiz
Het park
A
Een groter deel van een stad of dorp met een eigen naam.
B
Een grote tuin waar iedereen mag komen.
Slide 9 - Quiz
Het platteland
A
Een gebied dat buiten de stad ligt, waar vaak boerderijen zijn.
B
Een grote tuin waar iedereen mag komen.
Slide 10 - Quiz
Het privacy
A
Allen kunnen zijn zonder gestoord te worden.
B
Officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
Slide 11 - Quiz
De randstad
A
Het midden van een stad of dorp, de binnenstad.
B
Het gebied in het westen van Nederland waar veel grote steden liggen.
Slide 12 - Quiz
Verblijven
A
Ergens zijn
B
Het gebied in het westen van Nederland waar veel grote steden liggen.
Slide 13 - Quiz
Verbouwen
A
Iets veranderen door te bouwen of af te breken.
B
Iets tegen betaling lenen.
Slide 14 - Quiz
De wijk
A
Een klein deel van een stad of dorp, meestal van maar een paar straten.
B
Een groter deel van een stad of een dorp met een eigen naam.
