Dinsdag 29 juni

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van vandaag:
  • Huiswerk Les 16 nakijken: Opdrachten 8
  • Les 17:  Woordjes
  • Les 17:  Dialogen
  • Les 17:  Grammatica
  • Huiswerk/Opdrachten
  • Afronden

Slide 2 - Diapositive

Opdrachten 
2, 5, 6, 7 
Kijk deze 
zelf na: de antwoorden staan straks op Classroom.
De twee Opdrachten '8' kijken we samen na!

Slide 3 - Diapositive

Nakijken Opdrachten 8

'Vertaal naar karakters'
(blz. 112/type-opdracht)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive


Na deze les...

  • Kan je de woordjes van les 17 uitspreken;
  • Kan je Chinese zinnen met deze 
woordjes naar het Nederlands vertalen; 
  • Ken je een nieuw klassenwoord:  voor boeken;  
  • Kan je in het Chinees zeggen 'dit/deze' of 'die/dat'; 
  • en Kan je zeggen dat je iets 'te' vindt (bijv. 'te duur')

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Maak nu de Dialogen (blz. 120-121)
Dialoog 1 én Dialoog 2!

  •  Vul de vertalingen in;
  •  We kijken de dialogen zo meteen na!
  •  Klaar? 
          Oefen dan zelf de woordjes van les 17, 
          of begin alvast met karakters schrijven
          (zie het filmpje op Classroom!)
timer
12:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

这 en 那 zijn:
A
bijvoeglijk naamwoorden
B
aanwijzend voornaamwoorden
C
persoonlijk voornaamwoorden
D
zelfstandig naamwoorden

Slide 29 - Quiz

   Voor dichtbij          Voor ver(der) weg
gebruik je:                   gebruik je:   

Slide 30 - Question de remorquage

Achter 这 / 那 komt in ieder geval:
A
een klassewoord
B
een getal

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

algemeen
/mensen
beker
/glas
/kopje
(huis-)
dieren
mensen 
(beleefd!)

Slide 33 - Question de remorquage

'Boek' is in
het Chinees:
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Vul in:
"那 ... 书很贵。"
(twee antwoorden zijn goed)
A
B
三本
C
D
最低

Slide 38 - Quiz

Welke zin klopt NIET?
A
他有两只猫。
B
我要买一本中文书。
C
那本书多少钱?
D
这书太贵了!

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Welke betekenis kan 天 hebben?
(twee antwoorden zijn goed)
A
dag
B
groot
C
te
D
hemel

Slide 41 - Quiz

Hoewel 天 'dag' betekent,
gebruik je voor een datum:
(twee antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Hoe kun je 太 ... 了 vertalen?
A
te veel
B
te duur
C
te
D
veel

Slide 45 - Quiz

Huiswerk
  • Kijk de overige opdrachten bij les 16 na, stel vragen!

  • Schrijf ALLE karakters van les 17 (blz. 129-132)
        (zie filmpje op Classroom):  
      买,这,那,本,书,贵,太 ... 了     en 

  • Maak Opdrachten 1, 4, 5, 6 en 8 (blz. 125-128). 

Slide 46 - Diapositive