Lezen H3 les 9 - 2M3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

wo. 27 okt. - 2M3 - 3e uur

• Bespreken boekopdracht boek 1
• Bespreken huiswerk
• Herhalen theorie Lezen H1 t/m H3
• Oefenen met Quizlet tekstverbanden & signaalwoorden
  
• Lezen in je boek/ werken aan je boekpresentatie
  

a.s. vr. 29 okt: leesboek moet uit zijn!

presentaties in week 46: 15-19 nov.

Boekopdracht boek 1 - 2M

presentatie (5-10 min)

1. Lees het hele boek.
2. Kies een fragment (ongeveer één blz.) uit de tweede helft van het boek om voor te lezen. Je moet het fragment bijzonder vinden.
3. Vertel welk boek je gelezen hebt en wie het geschreven heeft.
4. Vertel wie de hoofdpersonen van het boek zijn.
5. Vertel om welk probleem of welke gebeurtenis het boek draait.
6. Vertel wat er vóór het gekozen fragment gebeurt.
7. Lees het fragment voor.
8. Vertel waarom je dit fragment gekozen hebt.
9. Vertel wat er na het fragment gebeurt.
10. Vertel hoe het boek afloopt en waarom je (niet) blij bent met dit einde. 

Huiswerk voor vandaag was:

• lezen in je leesboek
• oefenen met Quizlet (zie Classroom) 
• Bedenk hoe je het beste voor het gpw zou kunnen leren en schrijf dat op in je schrift.

Hoe leer je voor het gpw?

1. Zorg dat je alle vragen uit deze Lessonup uit je hoofd kunt beantwoorden.
2. Oefen met de Quizlet.
3. Maak de opdrachten 5 van elk hoofdstuk opnieuw; kijk ze na met de antwoorden uit je schrift en probeer te snappen waarom jouw antwoord wel of niet goed is.
4. Vragen? Mail mij.  

Herhalen theorie

Herhalen theorie Lezen H1

• Uit welke drie delen bestaat een tekst?
• Waar vind je de belangrijkste informatie van een tekst?
• Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
• Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Herhalen theorie Lezen H2

• Wat wordt er bedoeld met de hoofdzaken van een tekst?
• Wat wordt er bedoeld met de bijzaken van een tekst?
• Waar vind je de hoofdzaken van een teskt?
• Waar vind je de hoofdzaken van een alinea?
• Waar vind je (dus) de belangrijkste zin van een alinea?
• Wat staat er vóór of ná de belangrijkste zin in de rest van de alinea?
• Aan welke woorden kun je zien dat een voorbeeld of uitleg volgt?
• Hoe en waarom schrijf je een samenvatting van een tekst?

Theorie Lezen H3

• Wat doet een signaalwoord in een tekst?
• Geef voorbeelden van signaalwoorden.
• Welke twee soorten tekstverbanden ken je?
• Aan welke signaalwoorden herken je een tegenstellend verband?
• Wat zijn de dingen/ zaken van elkaar die worden genoemd in een tt.verb.?
• Aan welke signaalwoorden herken je een opsommend verband?
• Wat kun je zeggen over de dingen die worden genoemd in een ops.verb.?

Theorie Lezen H3

• Signaalwoorden geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea's in een tekst met elkaar samenhangen.
• Deze samenhang heet het tekstverband.
• Door te letten op tekstverbanden kun je een tekst beter begrijpen.

Twee soorten tekstverbanden:

• Opsomming/ opsommend verband
• Tegenstelling/ tegenstellend verband

Tegenstelling/ tegenstellend verband:

• maar
• hoewel
• echter
• toch
• tegenover
• daarentegen
• aan de ene kant .... aan de andere kant

--> Zaken die worden genoemd zijn elkaars tegenovergestelde.

Signaalwoorden opsomming/ opsommend verband:

• ten eerste
• ten tweede
• om te beginnen
• ook (nog)
• verder
• bovendien
• ten slotte
• dubbele punt, liggende streepjes, getallen, 'dots'

--> Zaken die worden genoemd horen bij elkaar.

Quizlet

Zelfstandig werken

Keuze uit:

• huiswerk vr. 29/10 --> m. opdr. 6 NN online (zie planning!)
• lezen in je boek / werken aan je boekpresentatie