Check

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
ThemaMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Professioneel handelen
Samenwerken met andere professionals

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn samenwerkingspartners
A
Collega's uit dezelfde organisatie met andere discipline of specialisatie
B
Verzorgenden uit organisaties waarvoor je een overdracht schrijft
C
Organisaties buiten je eigen organisatie die betrokken zijn bij zorg

Slide 3 - Quiz

Interdisciplinair werken betekent dat de verschillende disciplines minsten 1 keer per maand bij elkaar komen voor overleg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Interdisciplinair werken betekent dat je vanuit oogpunt van je collega's naar een situatie probeert te kijken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Het is aan de arts om contact op te nemen met samenwerkingsorganisaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Als verzorgende kun je zorgvragers helpen om vragen te stellen aan een arts of specialist
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In een acute situatie moet je de gegevens van de zorgvrager paraat hebben en de symptomen duidelijk omschrijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Om goed samen te werken wordt er informatie gedeeld via het dossier. Wie mogen er in dit dossier kijken?
A
Zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling, de zorgvrager en familie
B
De zorgvrager en de zorgverleners die zijn betrokken bij de behandeling
C
Zorgvrager zelf, zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling en samenwerkingspartners
D
Zorgverleners die betrokken zijn bij behandeling, de zorgvrager en de partner van de zorgvrager

Slide 9 - Quiz

André wil per telefoon informatie over zijn broer Jelle, die is opgenomen met schizofrenie. André geeft aan dat hij precies wil weten hoe het met zijn broer gaat, omdat hij moet beslissen over zijn toekomstige werk in Zuid-Afrika. Jelle laat André vaak niet toe op de afdeling en ook wil hij niet altijd aan de telefoon komen wanneer André belt.
André vraagt: ‘Hoe gaat het op dit moment gaat met Jelle en hoelang zal het gaan duren?’ Welke twee antwoorden kun je geven?
A
Dat je beroepsgeheim hebt en geen informatie geeft over Jelle
B
Dat je informatie alleen mag bestaan uit algemene kennis over schizofrenie
C
Dat hij op bezoek mag komen bij Jelle om het van hem zelf te horen
D
Dat je hem zult verwijzen naar de psychiater; alleen hij mag informatie geven

Slide 10 - Quiz

Je hebt een foto gemaakt van de wond van meneer Joosten. Meneer staat ook met zijn gezicht op de foto. Je mag deze foto op school laten zien, ook zonder toestemming
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Mevrouw Swart komt vandaag niet naar de woonkamer voor het ontbijt. Ze is te misselijk. Wanneer de bewoners vragen wat er aan de hand is, mag je niet zeggen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 12 - Quiz

Ik en de Ander
Thema Crisissituaties

Slide 13 - Diapositive

Wat doe je wanneer de zorgvrager in een acute situatie benauwd of kortademig is
A
Je legt de zorgvrager in de stabiele zijligging
B
Je brengt de zorgvrager in een halfzittende houding
C
Je geeft de zorgvrager extra medicatie
D
Je geeft de zorgvrager iets te drinken

Slide 14 - Quiz

In een somatische crisissituatie controleer je het bewustzijn van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Je legt de zorgvrager in een stabiele zijligging om te voorkomen dat zijn bloeddruk daalt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Als je de arts waarschuwt, geef je allereerst door welke waarden normaal zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat doe je als eerste nadat een zorgvrager gevallen is?
A
Bespreken wat de oorzaak van de valpartij was
B
De zorgvrager overeind helpen
C
De zorgvrager tien minuten laten zitten op de grond
D
Inspecteren of de zorgvrager gewond is

Slide 18 - Quiz

Met welk meetinstrument breng je in kaart of er sprake is van een delier?
A
De ABCDE methode
B
De DOS schaal
C
De EWS
D
De AVPU-schaal

Slide 19 - Quiz

Als verzorgende kun je het volgende doen om een delier te verminderen: herkenningspunten geven, rustig spreken in korte zinnen en zorgen voor een goed dag- en nachtritme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wanneer moet agressie gemeld worden bij de politie?
A
In alle gevallen van agressie op de afdeling
B
Bij fysieke fixatie die langer dan 15 minuten heeft geduurd
C
Bij een ernstig gewelddadige uitbarsting
D
Wanneer de agressie met opzet gericht was op iemand anders

Slide 21 - Quiz

Het beroepsgeheim is niet absoluut. Met de meldcode kun je nagaan of je je vermoedens met anderen kunt delen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Grensoverschrijdend gedrag is iedere vorm van handelen waardoor iemand anders lichamelijke, psychische of materiele schade lijdt of kan gaan lijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Methodisch werken
Organiseren en afstemmen van zorg

Slide 24 - Diapositive

Ketenzorg is het samenwerkingsverband van zorgorganisaties binnen een wijk, waardoor de zorgvrager weet waar hij terecht kan
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 25 - Quiz

Bij ketenzorg wordt de zorg voor een bepaalde groep zorgvragers door verschillende organisaties goed op elkaar afgestemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Ketenzorg wordt alleen aangegeven door zorgorganisaties in dezelfde regio
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Je bespreekt een knelpunt nooit met een zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Je kunt knelpunten nooit zelf oplossen maar je moet altijd samenwerken met anderen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat is het SOFA model?
A
Methode voor omgaan met agressie
B
Model die je kunt gebruiken voor dementerenden
C
Het SOFA model vormen de 4 rollen van de mantelzorger

Slide 30 - Quiz

SOFA staat voor:

Slide 31 - Question ouverte

Hoe vond je het gaan?
Top!
Mwoah...
Het viel me tegen....

Slide 32 - Sondage