Zoogdieren: De mol

Zoogdieren

de mol
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 3-5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zoogdieren

de mol

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Waar of niet waar?

Zoogdieren hebben een skelet
A
B

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?

Zoogdieren komen uit een ei.
A
B

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?

Zoogdieren hebben kieuwen.
A
B

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?

Zoogdieren zijn warmbloedig.
A
B

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?

Zoogdieren hebben veren.
A
B

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar?

Dolfijnen leggen eieren.
A
B

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?

Zoogdieren drinken melk bij hun moeder.
A
B

Slide 9 - Quiz

Is het een zoogdier?
ja
nee

Slide 10 - Question de remorquage

Woordenweb
Wat weet je al over de mol?

Slide 11 - Diapositive

Een mol kan heel goed graven met zijn grote graafpoten. 
5
Een mol heeft een heel goede neus. 
4
Een mol heeft heel goede oren. Ze zitten onder zijn vacht. Er zit een klepje over de oren. Daardoor kan er geen grond inkomen. 
2
Een mol heeft een zachte, korte vacht. Er blijft geen grond in zitten. 
1
Met zijn snorharen kan een mol heel goed voelen. 
6
Je hebt onder de grond niets aan goede ogen. Daarom zijn de ogen van de mol maar heel klein. Ze zitten onder zijn vacht. 
3

Slide 12 - Diapositive

Altijd nacht: Onder de grond
Mollen hebben maar weinig licht nodig.
Zij leven de meeste tijd in holen en gangen onder de grond, die ze zelf gegraven hebben.
Mollen zijn het gewend om onder de grond te leven.

Slide 13 - Diapositive

Dit eet een mol
regenwormen
duizendpoten
naaktslakken
insectenlarven

Slide 14 - Diapositive

de mol en de worm

Slide 15 - Diapositive

Waar of niet waar?

De mol eet graag wormen
A
B

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar?

De mol ziet de wormen heel goed.
A
B

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar?

De mol gebruikt zijn achterpoten om de worm vast te houden.
A
B

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar?

De mol jaagt veel.
A
B

Slide 19 - Quiz

Wat kan een mol goed?

Zien of horen?
A
B

Slide 20 - Quiz

Waar is de mol?
Je ziet mollen niet zo vaak. Toch zie je het meteen wanneer er in de tuin een mol is. Een mol gooit, als hij een gang graaft, een deel van de grond naar buiten. Er ontstaan dan kleine bergjes. Je noemt die bergjes molshopen.  

Slide 21 - Diapositive

Waarom denk je dat de poten van een mol naar de zijkant wijzen?

Slide 22 - Diapositive

Een mol in de tuin

Slide 23 - Diapositive

Wat hoort bij een mol? 
Mol

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Diapositive