Grammatica - bijwoorden

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning voor komende tijd
Week 6  (7 februari) : Proefwerk schrijfvaardigheid
schrijfopdracht over je boek 

Week 7 (16 februari) : proefwerk grammatica - woordsoorten 
Alle hoofdstukken van woordsoorten

Week 11: Proefwerk week

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les?
Huiswerk bespreken (opdracht 3 blz. 151)
 Verder met woordsoorten
Zelf aan de slag 

Slide 3 - Diapositive

Woordsoorten
Zelfstandig naamwoord (zn)
Lidwoord (bepaald blw en onbepaald olw)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zelfstandig (zww) en hulpwerkwoord (hww)
Aanwijzend (aanw.vnw) en vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Lidwoorden (ld)
Bijwoord (bw)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Je leert over bijwoorden
Ook sommige vraagwoorden zijn bijwoorden, namelijk:

Wanneer, hoe, waarom, waarheen, waardoor, waar

Vb. Wanneer ga jij op vakantie?

Slide 8 - Diapositive

Je leert over bijwoorden
Een bijwoord kan ook iets zeggen over een ander woord

Over een werkwoord - Freek rent snel.
Over een bijvoeglijk naamwoord - Onze kantine verkoopt heel gezonde broodjes.
Over een ander bijwoord - Harry vliegt bijzonder hard op zijn bezem.

Slide 9 - Diapositive

Je leert over bijwoorden
                     
                    Een bijwoord kan lijken op een  bijvoeglijk                                                naamwoord. 

vb. Elske kan goed volleyballen.
vb. Quotum is een goed boek.


Slide 10 - Diapositive

Zelf aan de slag...


Maak zelf opdracht 1, 2 en 4 (blz. 181)
Klaar? Ga lekker lezen als je klaar bent.

Na 7 minuten bespreken we de opdrachten klassikaal.
timer
7:00

Slide 11 - Diapositive

Uitwerkingen bespreken

Slide 12 - Diapositive