H3 2.2 Moleculen en atomen

Moleculen en atomen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Moleculen en atomen

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • uitleg par2 deel2

  • huiswerk: 16, 17, 19, 21, 22, 24, 25 en 26
  • Elementen-Bingo

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je leert wat moleculen en atomen zijn 

  2. Je weet hoe een molecuulformule is opgebouwd
  3. Je weet hoe het periodiek systeem is opgebouwd

Slide 3 - Diapositive

Atomen

Niet-ontleedbare stoffen 
1 soort atomen
Ander woord: element 

Elk atoom heeft een symbool en een naam
Moleculen

Ontleedbare stoffen 
meerdere soorten atomen
Ander woord: verbinding 

Elk molecuul heeft een molecuulformule en een naam 

Slide 4 - Diapositive

Atomen zijn alleen
Maarrrrr er zijn Atomen die altijd met z'n tweeen zijn. 

Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breukelen 

Cl2

Die zijn dus niet-ontleedbaar!

Slide 5 - Diapositive

Molecuulformule
Molecuul bestaat uit meerdere atomen
Molecuulformule geeft aan welke atomen erin zitten
Water: H2O (2 H en 1 O)
Koolstofdioxide: CO2 

Index 


 

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel atomen bevat
CH4
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Hoeveel soorten atomen bevat
C27H28Br2O5S
A
1
B
5
C
6
D
63

Slide 8 - Quiz

Toestandsaanduidingen
(s)
(l)
(g)
(aq) 
Dit schrijf je achter de molecuulformule en geeft de fase weer. 
vb: koken van water
H2O (l) --> H2O (g)

Slide 9 - Diapositive

Periodiek systeem
1869 - Mendelejev (en daarna nog vele anderen)
Ordenen van atomen 



Slide 10 - Diapositive

Deze les
  • uitleg par2 deel2

  • huiswerk: 16, 17, 19, 21, 22, 24, 25 en 26
  • Elementen-Bingo

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je leert wat moleculen en atomen zijn 
  2. Je weet hoe een molecuulformule is opgebouwd
  3. Je weet hoe het periodiek systeem is opgebouwd

Slide 12 - Diapositive

Elementen-Bingo
  • Maak 3x3 vakjes 
  • vul 9 verschillende symbolen in van blz. 60 die je moet leren voor de toets.
  • ik noem namen van elementen
  • heb je die op je bingokaart? kruis hem (leesbaar!) door.
  • Rijtje vol? Je wint wat lekkers. (doen we 2x)
  • Kaart vol? Bonus op het Elementen-SO 


Slide 13 - Diapositive