Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica - herhaling (t/m BVB)
Grammatica
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica
Slide 1 - Diapositive
Welke twee manieren hebben we geleerd om de pv te vinden?
Slide 2 - Question ouverte
De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Wat is de pv?
Waarom vind je Nederlands lastig?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het gezegde?
Slide 6 - Question ouverte
Gezegde (gez)
Het gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm.
Let op splitsbare werkwoorden (schrijf...op = opschrijven)
Slide 7 - Diapositive
Noteer het gezegde.
Wanneer mag de kaart verstuurd worden.
Slide 8 - Question ouverte
Noteer het gezegde.
De docent geschiedenis stelde de toets twee keer uit.
Slide 9 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Wat is het onderwerp?
Vis bijt kat
Slide 12 - Question ouverte
Noteer de pv en het ow:
De luchtballon stortte neer in het weiland naast de snelweg
Slide 13 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 14 - Question ouverte
Lijdend voorwerp (lv)
Je vindt het lijdend voorwerp door in een zin te vragen:
Wat/Wie + gezegde + onderwerp?
Ik plak mijn band.
Persoonsvorm (gezegde):
plak
Onderwerp: wie plakt? =
ik
Vraa
g: Wat plak ik? =
mijn band.
Lijdend voorwerp = mijn band.
Slide 15 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik wil dolgraag een piramide zien.
Slide 16 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
Razend gooide de leraar een krijtje door de klas.
Slide 17 - Question ouverte
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 18 - Question ouverte
Meewerkend voorwerp (mv)
Je vindt het meewerkend voorwerp door te vragen:
Aan wie/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Slide 19 - Diapositive
Wat is het meewerkend voorwerp?
Het meisje geeft de kippen voer.
Slide 20 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp?
Aan een mooie rivier geef ik mijn vriendin een ring.
Slide 21 - Question ouverte
Wat is een bijwoordelijke bepaling (bwb)?
Slide 22 - Question ouverte
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bijwoordelijke bepaling.
Slide 23 - Diapositive
Bijwoordelijke bepaling
Antwoord op vragen als: waar, wanneer, hoe
Blijven vaak als laatste over in de zin
Niet elke zin heeft een bijwoordelijke bepaling (bwb)
Slide 24 - Diapositive
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Ik zou in Egypte willen wonen.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is de BWB?
Je bent deze maand drie keer te laat gekomen.
Slide 26 - Question ouverte
OPDRACHT
Maak opdracht 1, 2 en 4 in je boek
(blz. 212+213)
Slide 27 - Diapositive
Bijvoeglijke bepaling
(BVB)
Slide 28 - Diapositive
Een bijvoeglijke bepaling:
- geeft binnen een zinsdeel
extra informatie
over een zelfstandig naamwoord: de
nieuwe
auto.
- kan worden weggelaten:
De
(nieuwe)
auto / staat geparkeerd / in een
(oude)
garage.
- kan zowel
voor
als
achter
het zn voorkomen:
De
nieuwe
auto
van de buurman
/ staat / op de stoep.
Slide 29 - Diapositive
BVB: geen zelfstandig zinsdeel
Slide 30 - Diapositive
BVB: plaats
Slide 31 - Diapositive
Hoe vind je de BVB?
Slide 32 - Diapositive
Wat is de bvb:
Roald Dahl is een bijzondere schrijver.
Slide 33 - Question ouverte
Wat is de bvb:
Mijn broer heeft in de grote stad een leuke baan gevonden.
Slide 34 - Question ouverte
Wat is/zijn de bijvoeglijke bepaling(en)?
Het kleine meisje kreeg een lekker snoepje.
Slide 35 - Question ouverte
Wat is de bijvoeglijke bepaling in deze zin?
Ik zorg in de vakantie voor de kat van de buren.
Slide 36 - Question ouverte
OPDRACHT
Maak de opdracht 3 in je boek
Let op: Noteer óók de BVB (als deze in de zin staat)
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica - herhaling (3 mavo)
Septembre 2018
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Persoonsvorm, gezegde en onderwerp
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
A2A - Quiz Herhaling grammatica
Octobre 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
WK 20: Les 1
Janvier 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling zinsontleding (voorafgaand aan blok 5)
Mars 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica: redekundig (les 4)
Septembre 2019
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Blok 5 - Herhaling grammatica
Janvier 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Zinsontleding - bijvoeglijke bepaling
Mars 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2