3.2 bloemetjes en de bijtjes

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jou
'voortplanting'

Slide 2 - Carte mentale

Wat is volgens jou
'bestuiving'

Slide 3 - Carte mentale

Wat is volgens jou
'bevruchting'

Slide 4 - Carte mentale

1. Je kent de onderdelen en bijbehorende functies van de bloem.
2. Je kunt uitleggen hoe verschillende soorten bloemen worden bestoven.
3. Je kunt in verschillende stappen uitleggen hoe de bevruchting werkt.
4. Je kent verschillende manieren waarop zaden verspreid worden (H/V).  
5. Je kent verschillende vormen van ongeslachtelijke voortplanting (V).
6. Je kunt uitleggen wat zelfbestuiving en kruisbestuiving is (V).

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Windbloemen

Slide 16 - Diapositive

Insecten bloemen



NECTAR 


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat doen de bloemen van een plant?
A
Zuurstof maken
B
Zorgen voor voortplanting
C
Zorgen voor water (met mineralen) en stevigheid
D
Voedingstoffen maken

Slide 20 - Quiz


De bloemen maken nectar...
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 21 - Quiz

Bijen zorgen ervoor dat....
A
Zaadjes van planten worden verspreid
B
Eicellen van een plant worden bevrucht
C
Bloemen worden bestoven
D
Er jam wordt gemaakt

Slide 22 - Quiz

Welk deel van de bloemen maakt stuifmeel?
A
Stempel
B
Helmknoppen
C
Vruchtbeginsel
D
Stamper

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we bloemen die door de wind bestoven worden?
A
insectenbloemen
B
windbloemen

Slide 24 - Quiz

Wat is een kenmerk van bloemen die door de wind worden bestoven.
A
grote kroonbladen
B
lekker geurend
C
onopvallend gekleurd
D
opvallend gekleurd

Slide 25 - Quiz