Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

Tekstdoelen
Brugklas havo
Toetsweek zomer
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Tekstdoelen
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
We herhalen de theorie over de tekstdoelen met een aantal korte opdrachten. Deze opdrachten verschijnen vanzelf op jouw scherm!

Slide 2 - Diapositive

Opdracht!
Bij de volgende slide probeer je even alle tekstdoelen die je nog weet in te vullen!

Slide 3 - Diapositive

Welke tekstdoelen ken je? Dat zijn er 6!

Slide 4 - Question ouverte

De tekstdoelen:
1. Informeren

2. Uitleg geven

3. Mening vormen, na laten denken

Uitleg
1. De lezer krijgt informatie over het onderwerp.
2. De lezer komt te weten hoe iets werkt/hoe iets in elkaar zit.
3. De lezer kan zelf een mening vormen, omdat de schrijver verschillende kanten van het onderwerp laat zien (bijv. de voor- en de nadelen).

Slide 5 - Diapositive

Tekstdoelen:

4. Overtuigen

5. Overhalen


6. Amuseren
Uitleg:

4. De schrijver geeft zijn mening en wil de lezer hiervan overtuigen.
5. De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen/iets gaat kopen.

6. De schrijver wil de lezer vermaken, ervoor zorgen dat hij plezier heeft.

Slide 6 - Diapositive

Sleepvraag!
De sleepvraag gaat over de tekstsoorten en tekstvormen. Sleep de blauwe vakjes naar het juiste begrip!

Slide 7 - Diapositive

Tekstvormen
Tekstsoorten
informerende tekst
betogende tekst
beschouwende tekst
nieuwsbericht
reclame
ingezonden brief
uiteenzettende tekst

Slide 8 - Question de remorquage

Tekstdoel
1. informeren
2. uitleg geven
3. mening vormen, na laten denken
4. overtuigen
5. overhalen
6. amuseren
Tekstsoort
1. informerende tekst
2. uiteenzettende tekst
3. beschouwende tekst
4. betogende tekst
5. activerende tekst
6. amuserende tekst

Deze combinaties moet je uit je hoofd leren!

Slide 9 - Diapositive

Wat is een tekstvorm?
A
Dat geeft aan wat het doel van de schrijver is.
B
Dat geeft aan wat het doel van de lezer is.
C
Dat geeft aan hoe de tekst eruit ziet.
D
Dat geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel
1. informeren

2. uitleg geven

3. mening laten vormen, na laten denken
3 tekstvormen
1. nieuwsbericht, verslag en zakelijke brief.
2. handleiding, recept en schoolboektekst.
3. column, ingezonden brief, achtergrondtekst.
Belangrijk!
Voor de toets leer je per tekstdoel 3 tekstvormen uit je hoofd! 

Slide 11 - Diapositive

Wat is een column?
Als je op de link klikt, zie je een column!

Youp van 't Hek mag iedere zaterdag een stukje schrijven voor deze krant.

Slide 12 - Diapositive

Tekstdoel
4. overtuigen



5. overhalen

6. amuseren
Tekstvormen
4. meningtekst in een krant/tijdschrift, column en ingezonden brief.

5. reclame, pamflet, recensie.

6. stripverhaal, gedicht, roman

Slide 13 - Diapositive

Opdracht!
Bekijk steeds de tekstjes goed en beantwoord de vragen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
uitleg geven
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Welke tekstsoort hoort ook alweer bij dit tekstdoel?
A
informerende tekst
B
informatieve tekst
C
informatietekst
D
uiteenzettende tekst

Slide 17 - Quiz

Welke tekstvorm zou bij de tekst passen?
A
handleiding
B
achtergrondtekst
C
nieuwsbericht
D
reclame

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
mening vormen, na laten denken
D
uitleg geven

Slide 20 - Quiz

Welke tekstvorm past goed bij de tekst?
Tekst!
A
pamflet
B
schoolboektekst
C
recensie
D
handleiding

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
uitleg geven

Slide 23 - Quiz

Bedenk zelf een passende tekstvorm!

Slide 24 - Question ouverte

Dat was het!
Sluit de LessonUp af.

Slide 25 - Diapositive