mon, ton, son, notre, votre, leur

persoonlijk
voornaamwoord
1 / 40
suivant
Slide 1: Carte mentale
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

persoonlijk
voornaamwoord

Slide 1 - Carte mentale

Quelle est ta matière préférée?

Slide 2 - Diapositive

bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Leer dit schema uit je hoofd! Kan op melodietje van 'vader Jacob':
mon, ma, mèhè - ton, ta, tèhe - son, sa, ses [sè] (2x)
notre, notre, noho - votre, votre voho - leur, leur, leurs (2x)

Slide 7 - Diapositive

zijn, haar
ons
jullie, uw

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 8 - Question de remorquage

mon père
ma mère
mes frères

Slide 9 - Diapositive

Heb je het begrepen?
Tekst
oui
non
un peu

Slide 10 - Sondage

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Diapositive

 Kies de juiste vorm
Voilà (jouw) ______________ livres.
ton
ta
tes

Slide 12 - Diapositive

Luc
Son père, Jef
Sa soeur, Monique
Ses enfants, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 13 - Diapositive

Monique
Son père, Jef
     Son frère, Luc
Ses nièces, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 14 - Diapositive

vertaal: haar moeder

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: haar broer

Slide 16 - Question ouverte

vertaal: zijn boek

Slide 17 - Question ouverte

vertaal: haar boek

Slide 18 - Question ouverte

vertaal: haar huis (v), welk woord staat
op de puntjes? ...... maison

Slide 19 - Question ouverte

vertaal: zijn huis (v)

Slide 20 - Question ouverte

LET OP
l'ami= de vriend
mon ami = mijn vriend
l'amie = de vriendin
mon amie = mijn vriendin

Omdat amie met een a begint = mijn ...mon

Slide 21 - Diapositive

haar vriendin
A
son amie
B
sa amie

Slide 22 - Quiz

welk woord past op de puntjes,
mijn school = ........... école

Slide 23 - Question ouverte

welk woord? jouw boeken =....................livres

Slide 24 - Question ouverte

... ordinateur (mijn computer)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 25 - Quiz

mijn ouders
___ parents
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 26 - Quiz

... parents (haar ouders)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 27 - Quiz

......... école (haar school)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 28 - Quiz

....... collège (onze middelbare school)
A
notre
B
nos

Slide 29 - Quiz

......... parents (hun ouders)
A
leur
B
leurs
C
nos
D
notre

Slide 30 - Quiz

Où est ... (uw) passeport?
A
vos
B
votre
C
nos
D
notre

Slide 31 - Quiz

C'est difficile: 1
zijn = son, sa, ses
zijn broer = son frère, zijn moeder = sa mère
haar = son, sa, ses
haar broer = son frère, haar moeder = sa mère

Slide 32 - Diapositive

C'est difficile:  2
mijn, jouw, zijn, haar voor een enkelvoud vrouwelijk woord beginnend met een klinker of h = mon, ton, son
jouw vriendin = ton amie/ ta copine
haar school = son école/ son collège
mijn vriendin = mon amie/ ma copine

Slide 33 - Diapositive

noteer zoveel mogelijk Franse bezittelijke voornaamwoorden

Slide 34 - Carte mentale

Compris?
Oui
Non
Un peu

Slide 35 - Sondage

Leren? maak het schema in je schrijft

Slide 36 - Question ouverte

antwoord non of un peu?uitleg:
Bekijk het filmpje, er staat een link in Magister bij gedeelde documenten. Lees het groene blok bij bron H.

Slide 37 - Diapositive

geen uitleg meer nodig?
Maak de opdrachten van bron H,

Slide 38 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
le en l'woorden
la woorden
les woorden
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn
son
sa 
ses
haar
son
sa
ses
onze
notre
notre
nos
jullie/uw
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs

Slide 39 - Diapositive

Bonne chance!

Slide 40 - Diapositive