MA-6 Les 5

• Marketing
• Tertiary Education

Les 5

In deze les leer je:

......de prijsstelling op lange termijn prijsstrategie

......de verkoopprijs berekenen aan de hand van de cost-plus pricing methode

......target pricing

....kortingen berekenen

4 methoden voor de prijsstrategie:

1. Kosten georiënteerde methode
2. Vraag georiënteerde methode
3.  Concurrentie georiënteerde methode
4. Geïntegreerde prijs

Kosten georiënteerde prijsstrategie​

Verschillen in prijs veroorzaakt door:​

Productverschillen

Hoeveelheidsverschillen

Tijdsverschillen

Twee vormen van kosten georiënteerde prijsstrategieën: 

1. Cost-plus pricing:​

Winstpercentage

2. Target pricing

Winstpercentage op basis van doel. ​

Cost-plus pricing

De verkoopprijs wordt berekend door bij de kostprijs van het product een winstmarge op te tellen. 

Voorbeeld: 

Een winkelier die lampen verkoopt heeft een inkoopprijs van $10,- per lamp. De overige kosten voor de winkelier bedragen $ 20,-. 

De winkelier wilt een winstpercentage van 20% hanteren. 

Bereken de verkoopprijs aan de hand van de cost-plus price methode: 

Inkoopprijs       $10,-

Overige kosten $ 20,-  +

Totale kosten   $ 30,-

     Winst 20%            $    6,- +

Verkoopprijs         $ 36,-

De totale kosten voor ondernemer A zijn Afl. 55. Ondernemer A wil 30% winst behalen. De verkoopprijs is:

1. Afl. 71, 50
2. Afl. 16, 50
3. Afl. 85,00
4. Afl. 38,50

Target pricing

Winstpercentage op basis van een doel (target)

Voorbeeld: 

Een winkelier die lampen verkoopt heeft een inkoopprijs van $10,- per lamp. De overige kosten voor de winkelier bedragen $ 20,-. 

De winkelier heeft een investering gedaan voor deze lampen van $15.000. Hij verwacht (doel/target) 3.000 lampen te gaan verkopen. Hiermee moet hij de investering terugverdienen. 

Bereken de verkoopprijs aan de hand van de target price methode: 

$15.000 /3.000 = $ 5,-

Totale kosten : $30 

Target winst: $5,-

Verkoopprijs: $35,-

De schoenenfabrikant wil zijn investering van Afl. 20.000 terugverdienen door 2.000 schoenen te verkopen. De totale kosten per schoen bedragen: Afl. 28,- De verkoopprijs is dan:

1. Afl. 32,-
2. Afl. 38,-
3. Afl. 58,-
4. Afl. 68,-

§ 9.4 Prijsstelling op korte termijn/prijstactiek

Prijstactiek: De ondernemer kan de prijs gebruiken om de afzet tijdelijk extra te stimuleren.

Korting voor de ondernemer: genoegen nemen met minder winst. 

Beter minder winst maken dan geen winst. 

6 Kortingen

a. Kwantumkorting/staffelkorting

b. Actiekorting of promotionele korting

c. Korting door non-service

d. Klantenkorting

e. Betaalkorting

f. Bonuskorting

Kwantumkorting

a. Kwantumkorting of staffelkorting 

Kwantumkorting: De afnemer krijgt korting indien een bepaalde aantal neemt. 

Voorbeeld: Groepskorting

Staffelkorting

Staffelkorting:

Bij toename van de afzet neemt de verleende korting op de gebruikelijke prijs per staffel toe. 

1. Hoe noem je de korting die je krijgt als je grote aantallen afneemt?

1. Bulkkorting
2. Kwantumkorting
3. Standaardkorting

Actiekorting of promotionele korting

Om de afzet te stimuleren kan een fabrikant of detaillist de prijs tijdelijk verlagen.

Voorbeeld: Last minute verkoop

Korting door non-service

De afnemer krijgt korting, omdat hij niet de service heet gekregen die hem toegezegd was.

Klantenkorting

De afnemer krijgt korting doordat hij klant is. 

Voorbeeld:

Klantenkaart (bonuskaar superfood)

Spaarsysteem (zegeltjes bij de kapper)

Betaalkorting

De afnemer krijgt korting als ze contant betaalt of snel betaalt. 

Bonuskorting

De verkoper of tussenhandel ontvangen korting op de inkoopprijs indien ze een bepaald target halen. 

(afzet/omzet)

Ben heeft een eigen schilders- en klusbedrijf. Ieder jaar in de maand juni
heeft hij een speciale aanbieding waarbij hij zijn werkzaamheden uitvoert
tegen een uurtarief van € 35,- in plaats van € 50,-.
Van welke soort korting is dit een voorbeeld?

1. Actiekorting
2. Bonuskorting
3. Kwantumkorting
4. Staffelkorting

De verkoopster van Crown moet een target behalen van Awg. 5000,-

1. Betaalkorting
2. Bonuskorting
3. Klantenkorting
4. Actiekorting

De afnemer krijgt een korting doordat hij klant is.

1. Klantenkorting
2. Bonuskorting
3. Betaalkorting
4. Korting door non-service

Gevolg van kortingen

Kortingen op de verkoopprijs laat dat de winst ook lager wordt. 

Een bedrijf kan ook kortingen op de inkoopprijs bedingen -> winst wordt weer hoger . 

Voorbeeld

Voorbeeld