Les 101: De inkoopprijs en verkoopprijs, de winst of het verlies berekenen.

Les 101: De inkoopprijs en verkoopprijs, de winst of het verlies berekenen.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeLager onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Les 101: De inkoopprijs en verkoopprijs, de winst of het verlies berekenen.

Slide 1 - Diapositive

Wat leren we in deze les?
- Je weet wat inkoopprijs betekent. 
Je weet wat verkoopprijs betekent.
-Je weet wat bij verkoop winst betekent en je kan dit uitrekenen.
- Je weet wat bij verkoop verlies betekent en je kan dit uitrekenen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Als bij een verkoop de inkoopprijs (IP) lager is dan de verkoopprijs (VP) dan maakt de verkoper
A
(IP<VP) = verlies
B
(IP<VP) = winst
C
(IP>VP) = verlies
D
(IP>VP) = winst

Slide 4 - Quiz

Als bij een verkoop de inkoopprijs (IP) hoger is dan de verkoopprijs (VP) dan maakt de verkoper
A
(IP<VP) = verlies
B
(IP<VP) = winst
C
(IP>VP) = verlies
D
(IP>VP) = winst

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

De Scouts van Linden verkopen truffels om nieuw spelmateriaal te kunnen kopen. Ze betaalden in de groothandel 2,90 euro per doos. Ze verkopen de dozen voor 4,50 euro per stuk.
Hoeveel euro winst maken ze per doos.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Op het einde van de dag verlagen de leiders de verkoopprijs naar 2,50, want ze willen ook de laatste dozen nog graag kwijt.
Hoeveel euro maken ze dan per doos verlies?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Ik koop een doos chips in de groothandel en betaal 10 euro. Ik verkoop in mijn winkel deze doos voor 16 euro. Hoeveel euro maak ik winst?
A
4 euro
B
5 euro
C
6 euro
D
7 euro

Slide 13 - Quiz

Ik koop een doos chips in de groothandel en betaal 10 euro.
In deze doos zitten 20 zakjes chips. Ik verkoop elk zakje voor 0,70 euro. Hoeveel euro maak ik nu winst als ik alles verkoop?
A
4 euro
B
5 euro
C
6 euro
D
7 euro

Slide 14 - Quiz

Ik heb voor 380 euro aan fruit gekocht, maar ik verkocht alles met 90 euro verlies. Aan welke prijs heb ik dan alles verkocht?
A
€ 470
B
€ 280
C
€ 310
D
€ 290

Slide 15 - Quiz

We kochten voor € 2 523 aan snoep bij de snoepjesfabriek. Na de verkoop hadden we 143 euro winst. Wat was dan de verkoopprijs?
A
€ 2 666
B
€ 2 380
C
€ 2 936
D
€ 2 480

Slide 16 - Quiz

In duo afwerken
Maak per 2: (ook Vlotjes met iemand)
- Oefening 2ab
- Oefening 4abc

Slide 17 - Diapositive