H5.2

IJsbreker
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

IJsbreker

Slide 1 - Diapositive

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Diapositive

Taalfuncties
Lekker of niet lekker?
Hoe zwaar is …?
Een cola, graag
Grammatica
Werkwoorden: moeten, kunnen, willen, mogen
Mij, jou, u
Begrippen
Een kilo
Eerst, dan, daarna
Lettergrepen
De volgende KLANKEN worden geoefend: /o/, /a/, /au/, /u/, /uu/, /j/.

De doelen van dit hoofdstuk: 
Vind je dat nou echt lekker?

Slide 3 - Diapositive



Je kent de woorden van de les.
Je kunt de woorden gebruiken in zinnen.
Je kunt over jezelf vertellen en je mening geven.
Je hebt de opdrachten van de les begrepen en goed gemaakt.
De doelen van de les: 

Slide 4 - Diapositive

blz. 117
De vragen in het boek bespreken.
les 2

Slide 5 - Diapositive

de bakker                          de groenteboer                     de supermarkt



de kaaswinkel                                    de slager
les 2

Slide 6 - Diapositive

De luisterteksten. 

Luister goed.     Wat heb je gehoord?
les 2

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat kopen Sylvia en Yvonne?

Slide 9 - Question ouverte

Welk stuk kaas is zwaarder?
de oude kaas
de jonge kaas

Slide 10 - Sondage

kaas

Slide 11 - Carte mentale

een onsje graag....
Luister goed naar de luistertekst.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

het gewicht

1 kilo = 1000 gram

1 pond  = 500 gram

1 ons = 100 gram

anderhalf ons = 150 gram
1  1/2

Slide 14 - Diapositive

De klant koopt 3 dingen bij de slager. Welke dingen?

Slide 15 - Question ouverte

Een bos wortels
Luister goed naar de luistertekst.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

de wortel         de peen
de wortels       de penen


de bos wortels 


de losse wortels

Slide 18 - Diapositive

het gewicht

Hoe zwaar is ....?
Hoeveel weegt ....?

                            de weegschaal

Slide 19 - Diapositive

opdrachten vanaf bladzijde 118
Maak de opdrachten en kijk ze zelf na.

Slide 20 - Diapositive

opdrachten vanaf bladzijde 121
Hoe gaat het met jullie?
Hoe zwaar is dit stuk vlees?
Hoe oud ben jij?
Hoe laat is het?
Hoe heet jij?

Slide 21 - Diapositive

Heb je de doelen behaald?

Je kent de woorden van de les.
Je kunt de woorden gebruiken in zinnen.
Je kunt over jezelf vertellen en je mening geven.
Je hebt de opdrachten van de les begrepen en goed gemaakt.

Hoe ging de les?
De doelen van de les: 

Slide 22 - Diapositive

opdrachten vanaf bladzijde 121
Mag het iets meer zijn?
Precies zes ons.

Hoe gaat het met jullie?
Goed. En met jullie?

Slide 23 - Diapositive

opdrachten vanaf bladzijde 121
Hoe laat is het?
Het is twaalf uur.

Wil je een boterham?
Een boterham met kaas? Ja, lekker.

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk: 
Maak de online opdrachten.
Lees de les nog een keer door.
Maak de opdrachten af.

IJsbreker

Slide 25 - Diapositive