Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lees scène 3 (samen).
Log alvast in op LessonUp.
Maak opdracht 1 op blz. 251.
§2 Leestekens
Voordat we beginnen:
2(A)HA
SPELLING
timer
15:00
CURSUS 7:
Slide 1 - Diapositive
Je kunt punten en aanhalingstekens op de juiste manier gebruiken.
Je kunt komma's en dubbele punten op de juiste manier gebruiken.
Je hebt kort gereflecteerd op het werken in groepen.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Groep groen
Groep geel
Groep blauw
- Zelf de LessonUp doornemen.
- Zelf theorie lezen op blz. 250.
- Opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Opdracht 1 t/m 4 zelf nakijken.
- De 'ik kan/ik weet'-doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Kiezen: zelf LessonUp doornemen of meedoen met instructie.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 nakijken.
- De 'ik kan/ik weet' doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Meedoen met de instructie.
- Samen theorie lezen op blz. 250.
- Samen opdracht 1 maken.
- Zelf opdracht 2 t/m 4 maken.
- Zelf opdracht 2 t/m 4 nakijken.
Slide 3 - Diapositive
Leestekens (komma)
Een komma gebruiken we in een aantal gevallen.
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe, langere zin. Die komma staat dan:
Tussen twee persoonsvormen: Als de zon fel schijnt, moet je je insmeren.
Voor voegwoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want: Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.
Voor en na een deel van de zin dat niet zelfstandig staat. De verdediger, die er niets van kan, gaf weer een goal weg.
Slide 4 - Diapositive
Tussen welke twee woorden hoort een komma?
Ik kijk graag naar voetbal omdat het een onvoorspelbare sport is.
Slide 5 - Question ouverte
Waar komt de komma in de volgende zin? Als ik hardloop ben ik na drie minuten al buiten adem.
Slide 6 - Question ouverte
Staat de komma in deze zin goed?
Nederlands gaan graag op vakantie naar warme landen zoals Zuid-Afrika, Aruba en Spanje.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Je gebruikt een dubbele punt voor een aangekondigde opsomming. Dit zijn mijn favoriete biermerken: Heineken, Affligem en Desperados.
Voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan aan dat iemand iets zegt. Peter zei twijfelachtig: 'Ik weet niet of ik het wel ga redden.'
Als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel. Eindelijk is het zover: hun kindje is geboren!
Dubbele punt (:)
Slide 8 - Diapositive
Neem de zin over en voeg op de juiste plek een dubbele punt toe.
Eindelijk is het zover hun kindje is geboren!
Slide 9 - Question ouverte
Maak een zin waarin een dubbele punt voorkomt.
Slide 10 - Carte mentale
Aanhalingstekens (''...'')
Je schrijft aanhalingstekens als iemand iets zegt.
De directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens. 'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen', zei Esmay. 'Wil jij het oud papier buitenzetten?' vroeg Ruben aan mij.
Bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens. Ruben vroeg aan zijn broer of hij het oud papier buiten wil zetten.
Slide 11 - Diapositive
Herschrijf de zin met leestekens:
Bram zegt tegen Maud laat je niet zo kennen als je verliest
Slide 12 - Question ouverte
Groep groen
Groep geel
Groep blauw
- Zelf de LessonUp doornemen.
- Zelf theorie lezen op blz. 250.
- Opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Opdracht 1 t/m 4 zelf nakijken.
- De 'ik kan/ik weet'-doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Kiezen: zelf LessonUp doornemen of meedoen met instructie.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 nakijken.
- De 'ik kan/ik weet' doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Meedoen met de instructie.
- Samen theorie lezen op blz. 250.
- Samen opdracht 1 maken.
- Zelf opdracht 2 t/m 4 maken.
- Zelf opdracht 2 t/m 4 nakijken.
Slide 13 - Diapositive
Groep groen
Groep geel
Groep blauw
- Zelf de LessonUp doornemen of de theorie lezen op blz. 250.
- Opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Opdracht 1 t/m 4 zelf nakijken.
- De 'ik kan/ik weet'-doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Kiezen: zelf LessonUp doornemen of meedoen met instructie.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 maken op blz. 251.
- Zelf opdracht 1 t/m 4 nakijken.
- De 'ik kan/ik weet' doelen checken onderaan blz. 251.
- Zelf verder met paragraaf 3: leenwoorden.
- Meedoen met de instructie.
- Samen theorie lezen op blz. 250.
- Samen opdracht 1 maken.
- Zelf opdracht 2 t/m 4 maken (blz. 251).
- Zelf opdracht 2 t/m 4 nakijken.
Slide 14 - Diapositive
Je kunt punten en aanhalingstekens op de juiste manier gebruiken.
Je kunt komma's en dubbele punten op de juiste manier gebruiken.
Je hebt kort gereflecteerd op het werken in groepen.
Lesdoelen
Slide 15 - Diapositive
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Mijn hond is moe (?) want hij heeft twee uren gelopen.
A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingstekens
Slide 16 - Quiz
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Dit zijn mijn favoriete vakantielanden (?) Australië, Canada en Zuid-Afrika.
A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingstekens
Slide 17 - Quiz
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Hij zei nog zo: (?) Neem voldoende drinken mee! (?)
A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingstekens
Slide 18 - Quiz
Maak een zin waarin je een komma, dubbele punt en aanhalingstekens op de juiste manier gebruikt.