Log alvast in op LessonUp, de code staat linksonderin op het bord!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
GOEDEMORGEN!
Neem plaats volgens de plattegrond.
Open je boek op blz. 250-251.
Log alvast in op LessonUp, de code staat linksonderin op het bord!
Slide 1 - Diapositive
1.Terugblikken op de herhaling van leerjaar 1.
2.Starten met Cursus 7: Spelling, paragraaf 2.
3. Leesautobiografie.
4. Vooruitblikken en afronden.
Wat gaan we vandaag doen?
Slide 2 - Diapositive
Je hebt aantekeningen gemaakt bij Spelling paragraaf 2.
Je weet wanneer je komma's, dubbele punten en aanhalingstekens gebruikt.
Je hebt digitaal geoefend met het gebruiken van leestekens.
Lesdoelen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Leestekens (komma)
Lotte Een komma gebruiken we in een aantal gevallen.
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe, langere zin. Die komma staat dan:
Tussen twee persoonsvormen: Als de zon fel schijnt, moet je je insmeren.
Voor voegwoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want: Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.
Voor en na een deel van de zin dat niet zelfstandig staat. De verdediger, die er niets van kan, gaf weer een goal weg.
Slide 5 - Diapositive
Tussen welke twee woorden hoort een komma?
Ik kijk graag naar voetbal omdat het een onvoorspelbare sport is.
Slide 6 - Question ouverte
Waar komt de komma in de volgende zin? Als ik hardloop ben ik na drie minuten al buiten adem.
Slide 7 - Question ouverte
Staat de komma in deze zin goed?
Nederlands gaan graag op vakantie naar warme landen zoals Zuid-Afrika, Aruba en Spanje.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Je gebruikt een dubbele punt voor een aangekondigde opsomming. Dit zijn mijn favoriete biermerken: Heineken, Affligem en Desperados.
Voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan aan dat iemand iets zegt. Peter zei twijfelachtig: 'Ik weet niet of ik het wel ga redden.'
Als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel. Eindelijk is het zover: hun kindje is geboren!
Dubbele punt (:)
Slide 9 - Diapositive
Neem de zin over en voeg op de juiste plek een dubbele punt toe.
Eindelijk is het zover hun kindje is geboren!
Slide 10 - Question ouverte
Maak een zin waarin een dubbele punt voorkomt.
Slide 11 - Carte mentale
Aanhalingstekens gebruik je bij de directe rede of bij een citaat. Let goed op de plaats van deze tekens. 'Vanavond ga ik helemaal niets doen', zei mijn broer.
Let op: bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens! Jordi dacht bij zichzelf: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?
Aanhalingstekens ('')
Slide 12 - Diapositive
Wat?
Cursus 7 Spelling, paragraaf 2 Leestekens.
Opdracht 1 t/m 4 (bladzijde 250-251).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
Steek je vinger op.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met het toepassen van lastige leestekens.
Klaar?
Onderzoek alvast wat voor soort boek je wil lezen.
Maken
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
De volgende les
Donderdag 14 september
Verder met spelling
Fictie
Leesautobiografie
(Naar de mediatheek)
Slide 14 - Diapositive
Je hebt aantekeningen gemaakt bij Spelling paragraaf 2.
Je weet wanneer je komma's, dubbele punten en aanhalingstekens gebruikt.
Je hebt digitaal geoefend met het gebruiken van leestekens.
Lesdoelen
Slide 15 - Diapositive
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Mijn hond is moe (?) want hij heeft twee uren gelopen.
A
komma
B
dubbele punt
C
aanhalingsteken
Slide 16 - Quiz
Welk leesteken hoort op de plek van het vraagteken?
Hij zei nog zo: (?) Neem voldoende drinken mee! (?)