4.6 Zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Thema 2: voortplanting en seksualiteit

Vandaag:

Bespreken opdracht

Uitleg basisstof 6

Opdrachten maken

Basisstof 

Zwangerschap

En dan...?

Cellen gaan delen -> klompje

Innesteling : een klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies

Placenta

Weefsel van moeder en kind

Bloedvaten liggen langs elkaar

Uitwisseling van stoffen

Definitie:  Placenta (moederkoek)

deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt

Navelstreng

streng die het embryo met de placenta verbindt

Vruchtvliezen

vliezen die om de foetus liggen

Vruchtwater

vloeistof die het embryo beschermt tegen stoten, tegen uitdroging en tegen wisseling van temperatuur

Tweelingen

Echografie en prenataal onderzoek

= onderzoek tijdens de zwangerschap om te bepalen of de moeder een grotere kans heeft op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte

Week 9 t/m week 14 = combinatietest

Week 10: echografie

Week 11: NIPT

Week 20: 20-wekenecho

Week 24 - week 30: pretecho (niet medisch)

Echografie

Echografie (echo) wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren

Geluidsgolven die terugkaatsen in het lichaam worden omgezet in bewegende beelden.

Echografie

Echo

Tussen 8-12 weken de eerste

Wanneer wordt het kind geboren

20-wekenecho

Foetus onderzocht op verschillende aangeboren afwijkingen

Geslacht bepalen

Pretecho

Niet nodig alleen leuk voor ouders om baby 3D te zien (kost geld)

Combinatie test

•  Vindt plaats tussen de 9de en de 14de week van de zwangerschap. 
• Met de combinatietest wordt vastgesteld of er een kans is op een kindje met downsyndroom. 
• De test bestaat uit een bloedonderzoek bij de moeder en een nekplooimeting bij de foetus. 
• De meting van de nekplooi wordt gedaan met een echo. 
• Met de resultaten van beide tests wordt berekend of er een verhoogde kans is op een kind met downsyndroom.
  

NIPT 

NIPT (Niet Invasieve PrenaTale test): DNA embryo uit bloed moeder.

Controle op bijvoorbeeld syndroom van Down en andere erfelijke ziektes.

Aan de slag!

Maak: Opdracht 1, 2, 3, 5, 6 en 7 vanaf bladzijde 98.

Hoe: Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend overleg in 2-tal.

Hulp: Hand opsteken, docent komt je helpen.

Klaar? Nakijken en verbeteren via magister -> studiewijzer.