Bewegen is gezond

Bewegen is gezond!!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bewegen is gezond!!

Slide 1 - Diapositive

Gezond bewegen: lesdoelen
Je weet waarom lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid. 

Je weet hoeveel je moet bewegen per dag.

Je kunt je hartslag meten in rust en na een actie.

Slide 2 - Diapositive

Vorige week ging het over leefstijl.
Wat betekent leefstijl?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij bewegen?

Slide 5 - Carte mentale

Opdracht 1
Maak opdracht 1 uit het boek

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hoe kun je je hartslag voelen?
We gaan onze hartslag meten door:
1) Pols: met je wijs- en middelvinger bijelkaar, 
     lichtjes voelen met de vingertoppen, bij overgang pols/duim.      30 sec lang.
     Hoeveel keer tel je? Doe dat x2. Dat is je hartslag.
2) Keel: Zelfde als pols, alleen voorzichtig links of rechts 
     in je hals, achter je strottehoofd, voorkant nek.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Opdracht: Hartslag meten

Schrijf het op bij 6 op bladzijde 63

A) Hoeveel hartslagen per minuut heb je in rust?
Nu ga je met de docent 30x springen
B) Hoeveel hartslagen per minuut heb je na 30x springen?

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2
Maak opdracht 2 uit het boek

Slide 13 - Diapositive

Welke stelling is waar?
A
Door te bewegen heb je minder kans op hart- en vaatziekten.
B
Bewegen helpt je botten en spieren sterker te maken.
C
Van beweging wordt je gelukkiger en fitter.
D
Bewegen zorgt voor een hogere bloeddruk en dat is gezond

Slide 14 - Quiz

Welke stelling is waar?
A
Wanneer je hartslag en ademhaling omhoog gaat, noem je dat bewegen.
B
Bewegen is gezond en houdt je lichaam fit.
C
Fietsen, wandelen en en buitenspelen valt onder bewegen.
D
Stofzuigen en in de tuin werken of op de boerderij valt niet onder bewegen.

Slide 15 - Quiz

Zoveel minuten moet je minimaal bewegen per dag:
A
15 minuten
B
30 minuten
C
45 minuten
D
60 minuten

Slide 16 - Quiz


Bewegen vermindert stress

A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Hoeveel minuten moet je minimaal bewegen per week?
A
100 minuten
B
200 minuten
C
125 minuten
D
150 minuten

Slide 18 - Quiz

Wat heb jij de afgelopen 10 weken aan beweging gedaan en ben je daar tevreden mee na deze les?

Slide 19 - Question ouverte