Infectieleer
1 / 14
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn micro-organismen?
A
De kleinste virussen, bacteriën en schimmels
B
De kleinste organismen, zoals bacteriën, virussen, schimmels, sporen, etc.
C
Weefsels en cellen
D
Zowel grote als kleine organismen die overal voorkomen
Slide 2 - Quiz
Op welke 4 plaatsen kunnen micro-organismen binnendringen?
Slide 3 - Question ouverte
Er bestaan 5 groepen micro-organismen. Dit zijn: bacteriën, schimmels, parasieten, prionen en ...
A
MRSA
B
Hepatitis
C
Virussen
D
E.Coli
Slide 4 - Quiz
Benoem een ziekte kan ontstaan door een parasiet
A
MRSA
B
Griep
C
Hepatitis
D
Malaria
Slide 5 - Quiz
Micro-organismen hebben zowel een nuttige als een ziekmakende invloed op het lichaam?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
De colibacil in de darmen zorgt onder andere voor diarree klachten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Om een infectie te voorkomen moet de besmettingscyclus worden doorbroken. Dit kan bijvoorbeeld door...
Slide 8 - Question ouverte
Infectieziekte of niet? Sleep de ziektes naar het juiste vak.
Infectieziekte
Geen infectieziekte
Mazelen
B-12 tekort
Diabetes
Verkoudheid
Bloedarmoede
Tandcariës
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is MRSA?
A
Een bacterie
B
een virus
C
Een resistent virus
D
een resistente bacterie
Slide 10 - Quiz
Waarom kan MRSA gevaarlijk zijn?
Slide 11 - Question ouverte
Om micro-organismen uit te schakelen wordt gebruik gemaakt van sterilisatie en ...
A
Microlisatie
B
Desinfectie
C
Chloor
D
Autoclaaf
Slide 12 - Quiz
Sterilisatie kan bereikt worden door verhitting, met behulp van chemische stoffen en door ...
A
Uitkoken
B
Stoom
C
Chloor
D
Straling
Slide 13 - Quiz
Desinfectie kan thermisch of ... worden uitgevoerd
A
Chemisch
B
Met straling
C
Verhitting
D
Handalcohol
