3Basis - 13/1 - chapter 3 - les 12

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

3Basis - WELCOME TO ENGLISH CLASS!

Today

READING

Zelfstandig werken.

Mevrouw van den Berg is beschikbaar via de chat/ Teams/ mail.

Wednesday

13

January

Goal: aan het einde van deze les kun je belangrijke informatie uit een tekst halen door gebruik te maken van de leesstrategie: intensief lezen

Vocab

Je gaat 5 minuten oefenen met de woordjes van H. Dat kun je uit je boek doen (blz. 42 tb) of ga naar Quizlet (links in Magister) en zet de timer aan.

Opdracht

Je gaat zo aan de slag met een tekst over een misdaad museum. Lees de opdrachten goed voor je aan de slag gaat. 

Voor je verder gaat!: ga naar de tekst op bladzijde 36 in je tekstboek.

opdracht: Lees de tussenkopjes. Deze verwijzen naar de verschillende afdelingen in het museum.

Wat denk je dat je kunt leren op de afdeling: Famous criminals?

Wat denk je dat je kunt leren op de afdeling: FBI agent training?

Wat denk je dat je kunt leren op de afdeling: The CSI lab?

Wat denk je dat je kunt leren op de afdeling: High speed police simulator?

Wat denk je dat de afdeling: workshops inhoudt?

Instructie

Je hebt nu globaal kennisgemaakt met de tekst. Je hebt gezien dat er verschillende woorden uit de tekst missen (getallen 1 t/m 6) . In de volgende opdracht ga je bepalen welke woorden ontbreken. Let op: gebruik nog steeds de tekst op blz. 36 van je tb

Welk woord hoort bij nummer 1?

1. opened
2. reopened

Welk woord hoort bij nummer 2?

1. serial
2. slow

Welk woord hoort bij nummer 3?

1. hit
2. shoot

Welk woord hoort bij nummer 4?

1. lab
2. science

Welk woord hoort bij nummer 5?

1. real
2. virtual

Welk woord hoort bij nummer 6?

1. explosives
2. fires

Instructie

De laatste opdracht gaat over de details in de tekst.

Lees de beweringen goed en kies waar of niet waar.

Let op: gebruik nog steeds de tekst op blz. 36 van je tb.

Het museum is de allerbeste attractie in Washington.

1. waar
2. niet waar

Al Capone is een voorbeeld van een beruchte crimineel.

1. waar
2. niet waar

In het museum kun je leren om te schieten.

1. waar
2. niet waar

In het museum kun je leren om in een virtuele vluchtauto te rijden.

1. waar
2. niet waar

In een van de workshops leer je om bommen onschadelijk te maken.

1. waar
2. niet waar

In een van de workshops leer je om geld na te maken

1. waar
2. niet waar

Het museum heeft meer dan 2600 voorwerpen.

1. waar
2. niet waar

Klaar?

Opdrachten af? Ga dan de woordjes van H leren = huiswerk volgende les.

Goed gewerkt, tot de volgende keer!