Grammatica woordsoorten

Grammatica
woordsoorten
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je al?

Slide 2 - Question ouverte

Vandaag:
oefenen met het zelfstandig naamwoord, bepaald lidwoord en het onbepaald lidwoord

Slide 3 - Diapositive

redekundig ontleden 

pv
zinsdelen
wg / ng
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
taalkundig ontleden 

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
bepaald/onbepaald lidwoord
voorzetsel
werkwoord (hww/zww/kww)
bijwoord
voornaamwoorden

Slide 4 - Diapositive

Taalkundig ontleden (woordsoorten)
Je zet de afkorting van de woordsoort onder de zin. 

Slide 5 - Diapositive

Wat is een zelfstandig naamwoord (znw)?

Slide 6 - Question ouverte

zelfstandig naamwoord (znw)
Alles waar je een lidwoord voor kunt zetten.
de tafel, het meisje, een gootsteen

Ook namen (van mensen, plaatsen etc.)
Sofie, Eindhoven, PSV


Slide 7 - Diapositive

znw
czn --> concreet zelfstandig naamwoord (kun je aanraken)
de fiets, de tafel

azc --> abstract zelfstandig naamwoord (niet tastbaar)
de liefde, de ruzie

zn-e --> eigennaam   Sofie, Eindhoven, PS V

Slide 8 - Diapositive

Weet je het verschil tussen een bepaald en onbepaald lidwoord?

Slide 9 - Question ouverte

Lidwoorden
Bepaald lidwoord (blw):
de, het

Onbepaald lidwoord (olw)
een

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld:
Megan heeft gisteren een toets voor het vak Nederlands gemaakt.
znw                                     olw    znw           blw  znw       znw              

Slide 11 - Diapositive

Heeft (Emma) jou vorige week een knuffel gegeven?
A
znw
B
olw
C
blw

Slide 12 - Quiz

Heeft Emma jou vorige (week) een knuffel gegeven?
A
znw
B
olw
C
blw

Slide 13 - Quiz

Heeft Emma jou vorige week (een) knuffel gegeven?
A
znw
B
olw
C
blw

Slide 14 - Quiz

Heeft Emma jou vorige week een (knuffel) gegeven?
A
znw
B
olw
C
blw

Slide 15 - Quiz

Snap je hoe je een znw, olw en blw kunt vinden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Maken grammatica woordsoorten:
blz. 207: opdr. 2, 3 en 4

Slide 17 - Diapositive