Herhalingsles Trede 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Trede 4

Decimale getallen en breuken

Leerdoelen

1. Je kunt optellen en aftrekken met decimale getallen. Je kunt decimale getallen op volgorde zetten van klein naar groot. (4.1.1 en 4.1.2)
2. Je kunt vermenigvuldigen en delen met decimale getallen. Je kunt decimale getallen afronden. (4.1.2 en 4.1.3)
3. Je kunt breuken omzetten naar decimale getallen en omgekeerd. (4.2.3)
4. Je kunt breuken optellen, aftrekken en vereenvoudigen. (4.3.1 en 4.3.2)
5. Je kunt breuken vermenigvuldigen, delen en op volgorde zetten van klein naar groot. (4.2.2, 4.3.3 en 4.3.4)

Bereken
6,236 + 5,23

1. 11,266
2. 11,466
3. 6,759
4. 67,59

Bereken

1. ​10​​4​​
2. ​8​​7​​
3. ​16​​3​​
4. ​4​​3​​

Schrijf 0,333 als breuk?

1. ​9​​3​​
2. ​3​​1​​
3. ​100​​333​​
4. ​7​​1​​

Bij breuken vermenigvuldigen moet je de breuken gelijknamig maken

1. Waar
2. Niet waar

Vul < , > of = in:
26,234 .... 26,324

1. <
2. >
3. =

Bereken

1. ​8​​3​​
2. ​15​​2​​
3. ​15​​3​​
4. ​5​​1​​

Bereken:
1,4²

1. 1,4
2. 2,8
3. 1,96
4. 2,16

Bereken

1​5​​2​​⋅​4​​3​​

1. 1​20​​1​​
2. ​10​​3​​
3. 2​20​​3​​
4. ​9​​7​​

Bereken

​5​​2​​+​4​​3​​

1. ​9​​5​​
2. ​4​​1​​
3. ​20​​23​​
4. 1​20​​3​​

Breuken vereenvoudigen is de breuk:

1. Groter maken
2. Kleiner maken
3. -
4. +

Bij breuken delen

1. draai je de tweede breuk om en daarna doe je hetzelfde als vermenigvuldigen
2. Noemer keer de noemer en teller keer de teller
3. De noemer keer de noemer en tellers blijven gelijk
4. Noemer keer teller en teller keer noemer

Bereken
2,6 + 45,726

1. 47,786
2. 47,732
3. 48,326
4. 48,786

Bereken:

√​​16​​4​​​​​

1. ​16​​4​​
2. ​4​​2​​
3. ​4​​1​​
4. ​2​​1​​

Rond 79,998 af op tienden

1. 79,99
2. 80,00
3. 81
4. 79

Bereken:

1. ​3​​1​​
2. ​21​​2​​
3. ​7​​6​​
4. ​21​​1​​

Vereenvoudig

1. ​2​​1​​
2. ​3​​2​​
3. ​7​​3​​
4. ​14​​6​​

Om breuken te kunnen optellen of aftrekken moeten de breuken....

1. dezelfde teller hebben
2. dezelfde noemer hebben

Rond 3,53529 op hondersten

1. 3,5352
2. 3,54
3. 3,53
4. 3,535

Uit hoeveel decimalen bestaat het volgende getal: 832,475

1. 2
2. 3
3. 6
4. 4

Vereenvoudig

1. 5​9​​8​​
2. ​9​​8​​
3. ​9​​45​​
4. 5​9​​3​​

Bereken:

:

​8​​5​​

​5​​2​​

1. ​4​​1​​
2. 1​16​​9​​
3. ​25​​16​​
4. 1​40​​1​​

Als 2 breuken dezelfde noemer hebben, dan is de breuk met de grootste teller , de grootste breuk.

1. waar
2. breuken kunnen niet dezelfde noemer hebben
3. niet waar
4. de breuk met de grootste teller is altijd de grootste breuk.

Vul < , > of = in:
2,345 .... 2,436

1. <
2. >
3. =

Vereenvoudig

1. ​10​​1​​
2. ​5​​1​​
3. ​10​​5​​
4. ​5​​2​​

Wat zijn decimalen?

1. Getallen voor de komma
2. Getallen met een komma
3. Getallen achter de komma
4. Getallen zonder een komma

Antwoord in
decimaal

1. 0,555555...
2. 0,455555
3. 0,6555555

Rond 4,53529 af op 2 decimalen

1. 4,5352
2. 4,54
3. 4,53
4. 4,535

Decimale getallen zijn

1. puntgetallen
2. breukgetallen
3. kommagetallen

Antwoord in
decimaal

1. 3,125
2. 1,375

Hoeveel decimalen heeft het getal 0,04?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 4

Bereken:

√​​81​​1​​​​​

1. ​81​​1​​
2. ​9​​1​​
3. ​3​​1​​
4. ​8​​1​​

Schrijf als breuk:
0,6666666

1. ​3​​2​​
2. ​9​​6​​
3. ​100​​66​​
4. ​6​​1​​

Schrijf als decimaal getal:

​9​​5​​

1. 0,5
2. 0,6
3. 0,555...
4. 0,9

Bereken:
:

​3​​2​​

​4​​1​​

1. ​8​​3​​
2. ​3​​8​​
3. ​6​​1​​
4. 2​3​​2​​

Vul < , > of = in:
....

​4​​3​​

​5​​4​​

1. <
2. >
3. =

Rond 17,4956 af op één decimaal

1. 17,5
2. 17,4