1.6 Roken en blowen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

1.6 Roken en blowen

Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen

Herhaling: Hoe meer je beweegt hoe meer brandstof en koolstofdioxide nodig is

1. Waar
2. Niet waar

Herhaling: Hoe heet het gedeelte van de longen waar de gaswisseling plaatsvindt?

COPD: chronische ontsteking van de longen

Tabakrook

Nicotine is erg verslavend

Teer beschadigt het slijmvlies in de longen. De trilharen gaan kapot.

Koolstofmonoxide is giftig. Als je koolstofmonoxide inademt, komt het in je bloed. In het bloed is er dan minder plaats voor zuurstof

Actief Roken

Je rookt zelf

Passief Roken 

Je bent erbij als iemand rookt.

Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

E-sigaretten en shisha

E-sigaretten verdampen een vloeistof. In de vloeistof zit nicotine en een smaakstof.

Bij shisha komt er veel koolstofmonoxide vrij

vapen 

Wiet

Blowen is het roken van hasj of wiet. Hasj en wiet zijn vormen van cannabis

THC - wordt je high van

Er komt tot 5x meer teer in je longen

Stoned =  loom en ontspannen

 High = energiek en vrolijk.

Aan de slag!

1.6 Roken en blowen

1, 2 en 3

Blooket - oefenen voor de toets