H7 - Herhalen

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • Oefenopgave
  • Toetsvragen maken
  • Wat weet je al???
  • Zwaartepunt mannetje
  • Afsluiten les 

 


H7 - Krachten
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • Oefenopgave
  • Toetsvragen maken
  • Wat weet je al???
  • Zwaartepunt mannetje
  • Afsluiten les 

 


H7 - Krachten

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd  kom je nu je huiswerk laten zien!

Slide 2 - Diapositive

Nakijken §7.5
timer
7:00

Slide 3 - Diapositive

Vragen H7

Slide 4 - Diapositive

Terugblik

Slide 5 - Diapositive

Opgave 60

Slide 6 - Diapositive

Opgave 62

Slide 7 - Diapositive

Opgave 63

Slide 8 - Diapositive

Opgave 64a & b

Slide 9 - Diapositive

Opgave 65

Slide 10 - Diapositive

Opgave 66
Maak opgave 66 bladzijde 226
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Opgave 66

Slide 12 - Diapositive

Vragen H7

Slide 13 - Diapositive

Even oefenen!
Maak de volgende Gemengde opgaven:
71, 73, 75
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Even oefenen! - 71

Slide 15 - Diapositive

Even oefenen! - 73

Slide 16 - Diapositive

Even oefenen! - 73

Slide 17 - Diapositive

Even oefenen! - 73

Slide 18 - Diapositive

Even oefenen! - 73

Slide 19 - Diapositive

Even oefenen! - 75

Slide 20 - Diapositive

'Toetsvragen maken'
  • Bedenk  3 vragen voor de toets en schrijf deze op een blaadje. Maak de ene vraag relatief eenvoudig en de ander wat moeilijker. Geef aan hoeveel punten er voor de vragen te behalen zijn. 
  • Schrijf netjes. Gebruik je boek hierbij.

  • Schrijf op en ander blaadje het nakijkvoorschrift van de vragen. Schrijf het antwoord op en beschrijf hoe de vraag moet worden nagekeken. Waar moet het antwoord aan voldoen. Wanneer krijg je alle punten en wanneer maar een deel.

  • Er komen twee goede vragen in de uiteindelijke toets terug.
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

'Toetsvragen maken'
  • Nu gaan we elkaars toetsvragen maken. Je maakt de toetsvragen van iemand anders op een apart blaadje.
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

'Toetsvragen maken'
  • Geef de toetsvragen en de antwoorden terug aan de eigenaar. We nemen twee minuten om het na te kijken. Gebruik daarvoor het nakijkvoorschrift. Kijk het antwoord na met een andere kleur pen of potlood. Zet het behaalde aantal punten op het blaadje.

  • Geef na het nakijken de antwoorden terug en bespreek hoe de vragen zijn gemaakt.

  • Kijk of je zelf de vragen goed hebt beantwoord en hoeveel punten je hebt behaald.

  • Lever alle toetsvragen en nakijkvoorschriften in.
timer
2:00

Slide 23 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 24 - Diapositive

Welke krachten werken er?

Slide 25 - Question ouverte

Noem de 3 gevolgen van een kracht.

Slide 26 - Carte mentale


Van welke kracht zie je hier het gevolg? 
A
Veerkracht
B
Spierkracht
C
Zwaartekracht
D
Wrijvingskracht

Slide 27 - Quiz

Hoe weet je of er een kracht werkt?
A
verandering van vorm
B
verandering van beweging
C
verandering van richting
D
alle drie zijn goed

Slide 28 - Quiz

In welke figuur is Fz
goed getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 29 - Quiz

Jan is aan het fietsen met een spierkracht van
360 N.
De luchtweerstand is 330 N
Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Die is constant
B
Die wordt kleiner
C
Die wordt groter
D
Kun je niet zeggen

Slide 30 - Quiz

De eenheid van gewicht is?
A
meter
B
F
C
Newton
D
power

Slide 31 - Quiz

Als de somkracht gelijk is aan alle tegenwerkende krachten samen, dan is de beweging?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 32 - Quiz

Wat gebeurt er met de wielrenner als deze stopt met trappen?
A
dan staat de fiets ineens stil
B
dan wordt de snelheid langzaam kleiner
C
dan gaat de fiets met dezelfde snelheid verder
D
dan gaat de fiets achteruit

Slide 33 - Quiz

 Wat hoort bij elkaar? 

Fiets
Katapult
Knijprem
Zeilboot
Parachute
Spierkracht
Veerkracht
Windkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 34 - Question de remorquage

Welke krachten geven WEERSTAND als je fietst?
A
rolweerstand
B
zwaartekracht
C
luchtweerstand
D
spierkracht

Slide 35 - Quiz

Als de somkracht kleiner is dan alle tegenwerkende krachten samen, dan is de beweging?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 36 - Quiz

Welke kracht zorgt ervoor dat de parachutist naar beneden gaat?
A
zwaartekracht
B
windkracht
C
luchtweerstand
D
opwaartse kracht

Slide 37 - Quiz

De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen. 


meetinstrument
symbool eenheid
symbool grootheid
eenheid
grootheid
F
kracht
N
Newton
Veerunster

Slide 38 - Question de remorquage

Het gewicht van een steen is 32 N. Wat is de zwaartekracht van de steen.
A
313,92 kg
B
3,26 kg
C
3,2 N
D
32 N

Slide 39 - Quiz

Voor welke veer heb je meer kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken?
A
Een veer met een veerconstante van 1 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 8 N/cm
C
Dat kun je met deze info niet weten

Slide 40 - Quiz

Voor welke veer heb je meer kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken?
A
Een veer met een veerconstante van 3 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 5 N/m
C
Dat kun je met deze info niet weten

Slide 41 - Quiz

Welke veer is stugger?
A
Een veer met een veerconstante van 1 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 8 N/cm

Slide 42 - Quiz

Bij een recht evenredig verband bij een veer, wordt bij een twee keer zo kleine kracht de uitrekking van de veer:
A
twee keer groter
B
twee keer kleiner
C
even groot
D
vier keer zo groot

Slide 43 - Quiz


In welk diagram is er sprake van Recht evenredig verband
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 44 - Quiz

Een uitgerekte veer heeft een lengte van 23 cm.
Er hangt een massa aan van 75 gram, de veer heeft zonder massa een lengte van 11 cm.
Hoe groot is de uitrekking u ?
A
3 cm
B
12 cm
C
15 cm
D
50 cm

Slide 45 - Quiz

Wat is de veerconstante van de veer uit deze afbeelding
A
0,5 N/m
B
2 N/m
C
0,5 N/cm
D
2 N/cm

Slide 46 - Quiz

Drie identieke massaloze veren zijn met een massaloze staaf aan elkaar verbonden zoals in de figuur hiernaast te zien is. Aan de onderste veer wordt een gewicht van 60 N gehangen. Elke veer heeft een veerconstante van 10 N/cm.
Hoe groot is de totale uitrekking?
A
2 cm
B
9 cm
C
12 cm
D
18 cm

Slide 47 - Quiz

Als de somkracht groter is dan alle tegenwerkende krachten samen, dan is de beweging?
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 48 - Quiz

Peter staat voor het stoplicht te wachten tot hij verder mag rijden.
Zijn snelheid is nu...
A
aan het vertragen
B
aan het versnellen
C
constant
D
Kun je niet weten

Slide 49 - Quiz

Practicum 3
 Zwaartepunt bepalen - blz. 252
timer
15:00

Slide 50 - Diapositive

Escape room

Slide 51 - Diapositive

Toets bespreken H6

Slide 52 - Diapositive

Voorbereiden op een Toets!
  • Lees de tekst van de paragraaf door;
  • Maak een lijst van de signaalwoorden/begrippen (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
  • Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
  • Maak  opgaven, misschien ook uit de ster- route;
  • Kijk je opgaven goed na, weet wat je goed doet en nog niet goed doet.
  • Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;
  • maak de 'Gemengde opdrachten'  
  • maak de 'Oefentoets' (online).

Slide 53 - Diapositive

Slide 54 - Diapositive