H7 - §7.4 Veerkracht

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.4
  • instructie §7.4
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§7.4 Veerkracht
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.4
  • instructie §7.4
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§7.4 Veerkracht

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?

Slide 2 - Diapositive

Vragen §7.3

Slide 3 - Diapositive

Terugblik

Slide 4 - Diapositive

Opgave 33d, e, f

Slide 5 - Diapositive

Opgave 39

Slide 6 - Diapositive

Hoe weet je of er een kracht werkt?
A
verandering van vorm
B
verandering van beweging
C
verandering van richting
D
alle drie zijn goed

Slide 7 - Quiz

De massa van een blikje met soep is 500 gram. Hoeveel Newton is de zwaartekracht op dit blikje?
A
491 N
B
49 N
C
4,9 N
D
0,5 N

Slide 8 - Quiz

Een auto weegt 990 kg. Wat is de zwaartekracht in N?
A
971 N
B
9712 N
C
97 N
D
9,7 N

Slide 9 - Quiz

§7.4 - Je leert ...
  • met een verhoudingstabel de kracht en uitrekking bij een veer berekenen;
  • rekenen met F = C x u;
  • vanuit de veerconstante een uitrekking, kracht diagram maken;
  • uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht;
  • aan de hand van de veerconstante aangeven hoe stug of slap een veer is.

Slide 10 - Diapositive

Veerkracht
Welke krachten zorgen 
ervoor dat dit meisje
rechtop kan blijven staan?

Slide 11 - Diapositive

De veerkracht
Je gaat bungeejumpen.
Leg uit waardoor je naar beneden valt.

Je valt tijdens bungeejumpen eerst naar beneden. Leg uit waardoor je afremt en uiteindelijk weer terug omhoog gaat. 

Slide 12 - Diapositive

De veerkracht
Je gaat bungeejumpen.
Leg uit waardoor je naar beneden valt. Zwaartekracht

Je valt tijdens bungeejumpen eerst naar beneden. Leg uit waardoor je afremt en uiteindelijk weer terug omhoog gaat. Veerkracht

Slide 13 - Diapositive

Zwaartekracht
Het gewicht wat aan de veer hangt heeft een zwaartekracht die recht naar beneden wijst. 
Door de zwaartekracht rekt de veer uit. 

Slide 14 - Diapositive

Veerkracht
De kracht die de veer uitoefent op het gewicht wat aan de veer hangt/trekt noemen we veerkracht.

Slide 15 - Diapositive

Evenwicht
De zwaartekracht en de veerkracht zijn even groot, omdat alles stil hangt. 

Hierdoor ontstaat er een evenwicht.

Slide 16 - Diapositive

Uitrekking
Als je een gewicht aan een veer hangt rekt deze uit. 

De afstand tussen de veer in rust en de uitgerekte veer noem je de uitrekking (u)

Slide 17 - Diapositive

Stugge of slappe veer?
Bij stugge veren heb je meer kracht nodig om de veer uit te rekken, dan bij een slappe veer

Slide 18 - Diapositive

Stugge of slappe veer?
Hoe stug of slap een veer is geef je aan door te meten hoeveel N er nodig is om de veer 1 cm uit te rekken.

Slide 19 - Diapositive

Stugge of slappe veer?
  • Bij veer A is 5 N nodig om de veer 1 cm uit te rekken.

  • Bij veer B is 2 N nodig om de veer 1 cm uit te rekken.

  • Dus veer A is stugger dan veer B.


Slide 20 - Diapositive

Veerconstante
De veerconstante geeft aan hoe 'stug' een veer is. 
De veerconstante geeft aan hoeveel kracht je nodig hebt om een veer 1 cm of 1 m uit te rekken. 



F=C  u
C  uF

Slide 21 - Diapositive

recht evenredig verband
De uitrekking is recht evenredig met de kracht.

Hiermee wordt bedoeld:
Als je een veer 1 cm uitrekt en daar heb je bijvoorbeeld 2 N voor nodig, dan heb je 4 N nodig aan kracht om de veer 2 cm uit te rekken. 

Slide 22 - Diapositive

Uitrekking en veerkracht

Slide 23 - Diapositive

Een blokje heeft een gewicht van 0,8 N en wordt aan een veer gehangen. De veer rekt 10 cm uit. Bereken de veerconstante in N/m.
A
0,08N/m
B
0,8N/m
C
8N/m
D
80N/m

Slide 24 - Quiz

Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/cm. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de kracht op dit blokje in N.
A
9 N
B
90 N
C
5,76 N
D
0,576 N

Slide 25 - Quiz

Aan een veer met een veerconstante van 45 N/m wordt een blokje van 1,5 kg gehangen. Bereken hoeveel centimeter de veer uitrekt.
A
662,18 cm
B
0,327 cm
C
3,06 cm
D
3,27 cm

Slide 26 - Quiz

Even oefenen!
Een veer is 23,5 cm lang als er niets aan hangt 
en 33,1 cm als er een gewichtje van 350 gram 
aan hangt.

Bereken met deze gegevens 
de veerconstante van de veer.

Slide 27 - Diapositive

Antwoord!
G: u = 33,1-23,5 = 9,6 cm          m = 350 g = 0,35 kg       F = 0,35 x 9.81 = 3,43 N
G: C = ?

F:  

B:

A: de veerconstante van de veer is 0,36 N/cm
C=uF
C=9,63,43=0,36

Slide 28 - Diapositive

Even oefenen!
timer
7:00

Slide 29 - Diapositive

Antwoord!

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §7.3 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zs
timer
5:00

Slide 31 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §7.4 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zf
timer
5:00

Slide 32 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 33 - Diapositive

Voor welke veer heb je meer kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken?
A
Een veer met een veerconstante van 1 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 8 N/cm

Slide 34 - Quiz

Voor welke veer heb je meer kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken?
A
Een veer met een veerconstante van 1 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 1 N/m

Slide 35 - Quiz

Welke veer is stugger?
A
Een veer met een veerconstante van 1 N/cm
B
Een veer met een veerconstante van 8 N/cm

Slide 36 - Quiz

Bij een recht evenredig verband
bij een veer, wordt bij een twee keer zo grote kracht de uitrekking van de veer:
A
twee keer groter
B
twee keer kleiner
C
even groot
D
vier keer zo groot

Slide 37 - Quiz


In welk diagram is er sprake van Recht evenredig verband
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 38 - Quiz

Een veer heeft een lengte van 12 cm.
Er wordt een massa aangehangen van 50 gram,
de veer heeft nu een lengte van 15cm.
Hoe groot is u ?
A
3 cm
B
12 cm
C
15 cm
D
50 cm

Slide 39 - Quiz

De nulstand van een veer is 15 cm. Als de veerconstante 42 N/m is en de kracht op de veer 6N is, wat is de lengte van de veer?

Slide 40 - Question ouverte

Wat is de veerconstante van de veer uit deze afbeelding
A
0,5 N/m
B
2 N/m
C
0,5 N/cm
D
2 N/cm

Slide 41 - Quiz

Drie identieke massaloze veren zijn met een massaloze staaf aan elkaar verbonden zoals in de figuur hiernaast te zien is. Aan de onderste veer wordt een gewicht van 60 N gehangen. Elke veer heeft een veerconstante van 10 N/cm.
Hoe groot is de totale uitrekking?
A
2 cm
B
9 cm
C
12 cm
D
18 cm

Slide 42 - Quiz

§7.4 - Je leert ...
  • met een verhoudingstabel de kracht en uitrekking bij een veer berekenen;
  • rekenen met F = C x u;
  • vanuit de veerconstante een uitrekking, kracht diagram maken;
  • uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht;
  • aan de hand van de veerconstante aangeven hoe stug of slap een veer is.

Slide 43 - Diapositive

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage