2.4 Van de wieg tot het graf

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Waarover ging 2.3?

Van de wieg tot het graf

De verzorgingsstaat

Meer bescherming

• Mensen die de crisis en de oorlog hadden meegemaakt waren opgevoed met armoede en schaarste.
• Niet opnieuw deze ellende. Er moest bescherming komen voor de burgers.
• Nederland moest een verzorgingsstaat worden.
• Er kwam uitbreiding sociale wetgeving.
  

Rooms en rood gaan samen

Rooms = de Katholieke Volkspartij (KVP)
Rood zijn de socialisten. In deze paragraaf de Partij van de Arbeid (PVDA).

Rood is de kleur van de socialisten

Rooms en rood gaan samen

• Liberalen waren geen voorstander van meer overheidsingrijpen (tegenstander van de verzorgingsstaat).
• Liberalen kregen weinig stemmen.
  

www.google.nl

Rooms en rood gaan samen

• KVP werd de grootste partij.
• PVDA werd de op een na grootste partij.
• Katholieken en socialisten gingen regeren. (KVP en PVDA).
• Drees leider van de socialisten (PVDA werd minister-president.
  
• Rooms rode coalitie.

Rooms-rode coalitie

In Nederland heeft geen enkele partij de meerderheid in het parlement, daarom moeten partijen samen regeren.
De KVP en de PVDA hadden samen de meerderheid in het parlement, de meerderheid van de Nederlanders had op hen gestemd. Dat wil zeggen dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking bepaalt wie mag regeren. Daarom is Nederland een democratie.

Rooms en rood gaan samen

• Hoewel er meningsverschillen waren tussen de KVP en de PVDA, waren ze het er wel over eens dat de zwakkeren in de samenleving beschermd moesten worden.
• Flinke uitbreiding sociale wetten.
• Noodwet ouderdomsvoorziening 1947 (later AOW).

Willem Drees leidt de weg

• 1948-1958 Drees minister-president
• Drees zuinig met groot rechtvaardigheidsgevoel, maakt hem geschikt om in die tijd Nederland te regeren (tijd van wederopbouw).
• Hij leefde zelf zuinig en was daarmee een goed voorbeeld voor de Nederlanders.
  

Drees

PVDA

Minister-president

Waarom wilden de mensen die mochten stemmen na de 2e Wereld Oorlog een verzorgingsstaat?

Waarom kregen de liberalen tijdens de wederopbouw weinig stemmen?

Wat is de bekendste wet die bij Drees vandaan komt? Ingevoerd in 1957

1. WAO
2. WIA
3. WW
4. AOW

B-tekst Nieuwe sociale wetten

Uitbreiding verzorgingsstaat.

Een onbezorgde oude dag

• Voor de Ouderdomswet hadden alleen  rijken een onbezorgd leven.
• Armen waren op oude leeftijd afhankelijk van de kinderen.
• In 1957 AOW ingevoerd (Algemene Ouderdomswet).
• Alle 65+ kregen basispensioen.
• AOW werd betaald door werkenden die iedere maand een stukje van hun loon inleverden (premies).
  

Sociale verzekeringen

• 1952 WW ingevoerd (Werkloosheidswet). Werklozen kregen recht op uitkering.
• 1967 WAO ingevoerd (Wet Arbeids Ongeschiltheid), voor mensen die een ongeluk hadden gehad, of zo ziek waren dat ze nooit meer konden werken.
• Sociale verzekeringen werden betaald door premies van werknemers en werkgevers (maandelijks).
  

Sociale voorzieningen

Voor wie nergens voor verzekerd waren bestond geen enkele regeling. Wie geen baan had betaalde geen premies voor verzekeringen.
Minister Marga Klompé eerste vrouwelijk minister. Ze is minister voor maatschappelijk werk.
1963 Bijstandswet ingevoerd. Geen verzekering, maar sociale voorziening, betaald uit belastingen.

De sterken helpen de zwakkeren

• 'Ieder voor zich en God voor ons allen', slaat op de periode voor de verzorgingsstaat. Mensen moesten zichzelf redden als ze ziek of oud waren.
• 'De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten', hoort bij verzorgingsstaat. Mensen die werk hebben betalen mee voor mensen die door werkloosheid, ziekte of ouderdom afhankelijk zijn.
  

Waarom wil de regering tegenwoordig de verzorgingsstaat soberder maken?

Overheid zorgt voor Bijstandswet

Algemene Bijstandwet wordt betaald door de overheid.
Gefinancierd (betaald) uit belastingen. Sociale voorziening.

Solidariteitsbeginsel

Uitgebreid stelsel van sociale verzekeringen en voorzieningen zorgt ervoor dat niemand buiten de boot valt.
Van de wieg tot het graf (dat wil zeggen je hele leven) hebben mensen een bestaansminimum (dat wat je echt nodig hebt om te leven).
Iedereen betaalt mee aan de uitkeringen en voorzienigen, dat is het solidariteitsbeginsel.

Wat is het verschil tussen bijstand en de andere uitkeringen, zoals bijvoorbeeld de w.w. of de WAO

Wat heb je geleerd deze paragraaf?