Les 14: Opdracht 49 t/m 51

Lesdoel

Ik kan uitleggen wat temperatuur en thermometer betekenen en waar het voor wordt gebruikt.


Tekst
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel

Ik kan uitleggen wat temperatuur en thermometer betekenen en waar het voor wordt gebruikt.


Tekst

Slide 1 - Diapositive

Wat hoort er bij tempratuur?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Uitleg
1. Thermometer
Als je wilt weten hoe warm of koud iets is, gebruik je een thermometer. Een thermometer gebruik je om de temperatuur te meten.
Je kunt de temperatuur binnen en buiten meten. Daar gebruik je deze thermometers voor. 

Slide 4 - Diapositive

Zo ziet een thermometer eruit
Hoe lees je deze af?

Slide 5 - Diapositive

Wat is de temperatuur in je lichaam?

Slide 6 - Question ouverte

Rutger heeft koorts.
Gisteren had hij een temperatuur van 38,0 °C, vandaag is dat 39,8 °C.
Hoeveel graden is dit gestegen?
A
1,8 °C
B
2,1 °C
C
2,9 °C
D
2,5 °C

Slide 7 - Quiz

Hoeveel graden is het hier?
A
20 graden
B
25 graden
C
30 graden
D
35 graden

Slide 8 - Quiz

Hoeveel graden is het hier?
A
0 graden
B
3 graden
C
4 graden
D
6 graden

Slide 9 - Quiz

Hoeveel graden is het hier?
A
10 graden
B
- 5 graden
C
5 graden
D
- 10 graden

Slide 10 - Quiz

Kan je aan de slag?
A
Ja, ik snap het
B
Ik vind het lastig, maar denk dat het wel lukt
C
Ik heb hulp nodig

Slide 11 - Quiz

Maak opdracht 49 t/m 51
Bladzijde 280

Klaar? Studiemeter hoofdstuk 14
Klaar? Numo/Gynzy

Slide 12 - Diapositive