11erfelijkheid 11.3 je lijkt op

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

11.3 Je lijkt op

Begrippen

Uitleg recessief

Uitleg kruisingen noteren

Oefenen

Criteria

Je legt uit hoe een kind eigenschappen kan krijgen die de ouders niet hebben.

Je noteert het genotype en fenotype bij dominante en recessieve genen.

Je noteert het genotype en fenotype bij intermediaire eigenschappen.

Begrippen

genotype

fenotype

homozygoot

heterozygoot

dominant

recessief

intermediar

nectar.digitaal.noordhoff.nl

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het fenotype?

1. De erfelijke info op je chromosomen
2. Hoe je eruit ziet

Aan het einde van de mitose heb ik

1. 2 cellen met 23 chromosomen
2. 2 cellen met 46 chromosomen
3. 4 cellen met 23 chromosomen
4. 4 cellen met 46 chromosomen

Mitose

Waar vindt geen mitose plaats?

1. Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
2. Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
3. De celdeling van een bevruchte eicel.
4. Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Genotype

Erfelijke informatie van de genen

Homozygoot = twee dezelfde genen voor een eigenschap

Heterozygoot = twee verschillende genen voor een eigenschap

Dominant en recessief

Als een gen dominant is wint hij altijd de strijd dit zie je dus terug in je fenotype

Is een gen recessief wint hij alleen als het andere gen ook recessief is. (homozygoot recessief)

Hoe noteer je genotypen?

dominant = hoofdletter (bijv. A)

recessief = kleine letter (bijv. a)

AA = homozygoot dominant

Aa = heterozygoot

aa= homozygoot recessief

Oefenen

Bruin haar is een dominante eigenschap en blond haar is een recessieve eigenschap. Twee ouders zijn heterozygoot voor de eigenschap, haarkleur. 

Welke haarkleur heeft de moeder?

Welke haarkleur heeft de vader?

Kunnen eigenschappen ook mengen?

Ja, dat kan!

Intermediair fenotype = als beide genen even veel invloed op het uiterlijk hebben.

Bijv. Andalusiër kippen

biologiepagina.nl