Voorbereiding toets Lezen 4

Volgende week vrijdag
Toets Nederlands, Lezen 4
Wat je moet kennen en kunnen staat in Les 6!

Vandaag gaan we ons voorbereiden, welke vragen kun je verwachten.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Volgende week vrijdag
Toets Nederlands, Lezen 4
Wat je moet kennen en kunnen staat in Les 6!

Vandaag gaan we ons voorbereiden, welke vragen kun je verwachten.

Slide 1 - Diapositive

Moeilijke woorden
Je kent de strategieën voor het vinden van de betekenis van moeilijke woorden!

Dus hoe ga je met een moeilijk woord om? 

Slide 2 - Diapositive

Omgaan met moeilijke woorden;
welke strategieën ken je?

Slide 3 - Question ouverte

Tijdens de toets
Zie je een tekst waarin moeilijke woorden onderstreept staan.

Je schrijft de betekenis van deze moeilijke woorden op en vertelt welke strategie je hebt gebruikt.

TIP; LEES DE TEKST GOED! LEES SOMS EVEN DOOR OF KIJK EVEN TERUG! GEBRUIK DE STRATEGIEËN!

Slide 4 - Diapositive

NOEM TWEE KENMERKEN VAN EEN MENING

Slide 5 - Question ouverte

NOEM TWEE KENMERKEN VAN EEN FEIT

Slide 6 - Question ouverte

FEIT    


Kun je controleren
Staat vast
Objectief
Is waar of niet waar
MENING


per persoon anders
geeft aan hoe je ergens over denkt
kan veranderen
subjectief

Slide 7 - Diapositive

Tijdens de toets
Krijg je een tekst waarin meningen en feiten staan. 

Je moet twee feiten en twee meningen opschrijven!


Slide 8 - Diapositive

Elke tekst heeft;
een onderwerp; 
in één OF een paar woorden  omschrijven waar de tekst overgaat!

een hoofdgedachte; 
in een zin omschrijven waar het onderwerp over gaat!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Tijdens de toets 
1.  Krijg je een paar krantenkoppen te zien, waarbij je het onderwerp aan moet geven (je kan kiezen uit verschillende onderwerpen)
2. Je moet bij een tekst zelf het onderwerp aangeven.
3. Je moet bij een tekst zelf de hoofdgedachte omschrijven.
4. Je kan in een tekst herkennen  wat de inleiding is!
5. Je kan in een tekst herkennen wat de kern van de tekst is.

Slide 12 - Diapositive

Verwijswoorden
- je krijgt tijdens de toets enkele verwijswoorden te zien. 
Je moet, door de tekst goed te lezen, aangeven waarnaar die verwijswoorden verwijzen.

TIP; LEES DE TOOLBOX VERWIJSWOORDEN EN OEFEN EXTRA!




Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Signaalwoorden
In een tekst staan signaalwoorden. Je moet in een zin twee signaalwoorden herkennen en aangeven welk verband ze hebben.

LEER GOED DE TOOLBOX!!

Slide 15 - Diapositive

Teksten
Deze toets heeft twee teksten.
Je krijgt van elke tekst een paar inhoudelijke vragen, dus vragen die gaan over de inhoud van de tekst! De antwoorden kun je dus vinden in de tekst!


Slide 16 - Diapositive

TEKSTEN
Je kijkt eerst naar het tekstgeraamte en daarna lees je scannend!

Daarna lees je de tekst; GRONDIG EN ZOEKEND!!

Slide 17 - Diapositive

Teksten
Je krijgt een kritische vraag over een tekst.

Deze vraag gaat over de betrouwbaarheid! 

Slide 18 - Diapositive

Hoe beoordeel je de betrouwbaarheid van een tekst? Waar kijk je naar?

Slide 19 - Question ouverte

Leren en oefenen
Leer de toolboxen!
Oefen met signaalwoorden en verwijswoorden!
Oefen met teksten en het beantwoorden van vragen over deze teksten. In Lezen 4, les 1 t/m les 6 staan verschillende teksten met inhoudelijke en kritische vragen! 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive