Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Planning
Lezen (15min)
Nabespreking toets (10min)
Huiswerkcontrole + nabespreken (5min)
Korte herhaling lesstof H1 - Woordenschat (10min)
Aan de slag! (20min)
Kahoot (als we tijd over hebben)
Huiswerk
Slide 1 - Diapositive
Nabespreking toets
timer
10:00
Slide 2 - Diapositive
Wat was het huiswerk?
H1- Woordenschat vanaf blz. 25
Maken: opdracht 1 + 2 (tot vraag 2)
Slide 3 - Diapositive
Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal
Slide 4 - Quiz
Als je een synoniem zoekt, kijk je alleen in dezelfde zin.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is het synoniem van ijverig?
A
langzaam
B
lui
C
hardwerkend
D
slim
Slide 6 - Quiz
SYNONIEM: LANGZAAM
A
TRAAG
B
SNEL
C
GAUW
D
RAP
Slide 7 - Quiz
Wat is een synoniem voor 'traag'?
A
Snel
B
Langzaam
C
Schildpad
D
Moe
Slide 8 - Quiz
Synoniem voor mengen is
A
weggooien
B
knoeien
C
mixen
D
regelen
Slide 9 - Quiz
In de zakelijke tekst van meneer Van Putten komt vaak het woord ‘jongedame’ voor. Omdat meneer Van Putten graag variatie in zijn tekst wil, is hij op zoek gegaan naar synoniemen voor het woord ‘jongedame’. Welk synoniem raad jij voor meneer Van Putten aan?
A
juffrouw
B
grietje
C
meisje
D
mevrouw
Slide 10 - Quiz
Aan de slag!
H1 - Woordenschat vanaf blz. 25
Maken: opdracht 2 , 3 en 4
Klaar? Maak alvast je huiswerk voor volgende week maandag!