Les 41 - H4- Woordenschat /Een tegenstelling zoeken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Planning

Huiswerkcontrole + nabespreken

Uitleg H4 - Woordenschat/ tegenstellingen

Aan de slag!

Quizizz (verwijswoorden)

Wat was het huiswerk?

H5- Taalverzorging -Verwijswoorden vanaf blz. 134

Afmaken: opdracht 1 en 2

+

De brug vanaf blz. 229

Maken: opdracht 1 t/m opdracht 4

Inleveren schrijfopdracht: Shayr

Woordenschat H4

Blz. 102

Lesstof woordenschat

H1 - Synoniem zoeken

H2 - Omschrijving zoeken                                          Toets 1

H3 - Voorbeeld zoeken

-----------------------------------------------------------------------

H4 - Tegenstelling zoeken

H5 - Bekend woorddeel zoeken                              Toets 2

H6 - Woordenboek gebruiken

Wat gaan we doen?

- Huiswerkcontrole + nabespreken

- Kort herhalen 'oude' theorie Woordenschat (h1 t/m h3). 

- Uitleg tegenstelling zoeken.

- Oefenen adhv boek

Woordraadstrategie

Elk hoofdstuk is een andere woordraadstrategie.

Gebruik je om lastige woorden in een tekst te begrijpen. Je gebruikt de kennis die je al wel hebt.

Woordraadstrategie

Synoniem - H1?

Synoniem - H1

Woorden met ongeveer dezelfde betekenis.

   Ken je het ene woord niet, dan ken je het andere woord                     misschien.

Omschrijving - H2

Omschrijving - H2

Soms staat een moeilijk woord in de tekst uitgelegd. Dat kan in een andere zin staan of tussen haakjes.

Een baby wordt in de eerste week gecheckt door iemand van het CJG. Dit is een instantie die....etc.

Voorbeeld - H3

Kun je herkennen aan: 

Voorbeeld - H3

Kun je herkennen aan: - Een dubbele punt.

                                                 - Haakjes (.....).

                                                - Woorden zoals bijvoorbeeld, als, zoals.

Je volgt op school meerdere vakken, zoals: Nederlands, wiskunde...

Wat is een tegenstelling?

Zwart......................................?

Meisje.....................................?

Nacht......................................?

Ik hou van snoep, maar ik eet het niet.

Tegenstelling - H4

Herken je vaak aan signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Ik speel graag buiten, maar ik hou niet zo van dit koude weer.

Wat staat hier tegenover elkaar?

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Wat is een synoniem?

1. Voorbeeld
2. Tegenovergestelde van een woord
3. Hetzelfde woord met een andere betekenis
4. Ander woord met zelfde betekenis

Tegenstelling singaalwoorden: 

- maar                                                   - hoewel

- anderzijds                                        - aan de andere kant 

- daarentegen

- echter

- evenwel

Benoem het signaalwoord: Gisteren wilde ik in de tuin zitten, maar helaas moest ik binnen huiswerk maken.

1. maar
2. helaas
3. gisteren
4. binnen

Benoem elkaars tegengestelde: Max Verstappen is de beste coureur, maar Lionel Messi is de beste voetballer.

1. Max - Lionel
2. Verstappen - Messi
3. is - maar
4. coureur - voetballer

Aan de slag!

H4- Woordenschat vanaf blz. 102

Afmaken: opdracht 1 en 2

Klaar? Maak alvast opdracht 3 + 4 (=huiswerk)

Huiswerk

H4- Woordenschat vanaf blz. 102

Afmaken: opdracht 1 t/m 4

Maken: opdracht 5 

quizizz.com