5.2 De overheid en de economie

Hoe werkt de overheid?
De overheid en de economie,
introductie in belang overheid op economische ontwikkelingen
middels Keynesiaans model
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe werkt de overheid?
De overheid en de economie,
introductie in belang overheid op economische ontwikkelingen
middels Keynesiaans model

Slide 1 - Diapositive

week 14 les 2 lesbrief Economische Modellen
- We gaan aan de slag met nieuwe lesbrief
- we bespreken de complexiteit van overheidsingrijpen op de economie
- we maken een introductie met het Keynesiaanse model
- we gaan  werken aan de PO. Aandachtspunt: Reflectie is persoonlijk dus niet per groepje!

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


weet je:
waarom overheidsingrijpen in de economie zo complex kan zijn
ken je het verschil tussen de Keynesiaanse en klassieke theorie
weetje hoe de overheid tijdens een recessie de economie kan stimuleren
Ken je enkele basisbegrippen van het Keynesiaanse model
Na deze les:
1. Economie boek
(blz 82-85)
2. Economieschrift
3. Rekenmachine
4. Schrijfwaren
5. HW Herhalingsopdrachten 21-25
(blz 89)

Slide 3 - Diapositive

Wat voor economie?

Slide 4 - Diapositive

De economie groeit
Het bbp (bruto binnenlands product) = de totale waarde van de productie in een land.

Als de productie stijgt, neemt het bbp toe.
Je spreekt dan van economische groei.

Als de winsten van bedrijven en de inkomens van
werknemers toenemen, stijgt het nationaal inkomen.

Economische groei bezorgt de overheid:
  • meer inkomsten (btw, inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting)
  • minder uitgaven (minder uitkeringen door lagere werkloosheid)





Slide 5 - Diapositive

De economie krimpt
Bij een recessie daalt de economische groei
  • is de economische groei twee kwartalen achter elkaar lager dan in de voorgaande periode
  • lager dan gemiddeld

Er is een economische crisis
  • als een recessie langere tijd duurt
  • als het bbp krimpt









Slide 6 - Diapositive

De economie krimpt
De overheid kan de economie stimuleren door:
  • te investeren in de infrastructuur
  • de inkomstenbelasting te verlagen
  • vernieuwende bedrijven subsidie te geven
  • te investeren in verbetering van het onderwijs










Slide 7 - Diapositive

Tijdens een recessie heeft de overheid verschillende mogelijkheden om de economie weer te stimuleren.
Noem drie van deze mogelijkheden.

Slide 8 - Question ouverte

Basisbeginselen Keynesiaans model
stap 1: Gesloten model zonder buitenland
2 sectoren: 
Particuliere sector (bedrijven en gezinnen)
Collectieve Sector (overheid)

Slide 9 - Diapositive

Evenwichtsvergelijkingen:Y=W=EV=C+I+O
W=nationaal product, toegevoegde waarde in een land
Y= nationaal inkomen in een land   
EV = Effectieve vraag                  C=inkomen gezinnen na aftrek belasting
S = sparen gezinnen                    B= betalen belastin gezinnen
O= Overheidsuitgaven                 I= Investeringen

Slide 10 - Diapositive

stel: C=0,8(Y-B)+16
exogene variabelen: grootheden die niet afhankeelijk zijn van de economie, die worden vooraf bepaald (dus 0,8=consumptiequote  en 16= autonome consumptie)
endogene variabelen: kunnen pas bepaald worden aan de hand van exogene variabelen (C, Y en B)

Slide 11 - Diapositive

Besteedbaar inkomen
is inkomen na belastingheffing dus C=Y-B

Slide 12 - Diapositive

opgave 1.5 Y=C+I+O, C=0,8(Y-B)
a: Wat betekent C=0(,8Y-B)
 Stel Y=400 en B=80
b: bereken de particuliere consumptie C 
c: bereken de particuliere besparingen S (tip: besteedbaar inkomen C=Y-B)

Slide 13 - Diapositive

maken opgave 1.8 en indien gereed aan de slag met PO

Slide 14 - Diapositive

aan de slag met PO (denk aan invloed overheid en persoonlijke reflectie)
terugblik les
waarom is overheidsingrijpen in economie vaak complex?
Wat is het kenmerkende verschil tussen Keynes en de klassieke economen?
welke basisbegrippen van het  Keynesiaanse model weet je?

Slide 15 - Diapositive